|
|
|
Firma A.C. Koot - fietsverlichting van Leko
tot iku
|
Zoals in deel 1 van dit artikel beschreven had de productie van
fietsverlichting de firma Koot eind jaren '40 veel omzet verschaft, maar het bedrijf was daardoor ook kwetsbaar
geworden. Daarom zocht directeur Koot naar andere producten om voor een bredere basis te zorgen. Zo fabriceerde Koot
vanaf begin jaren '50 (inbouw)lampkappen voor auto's en motorfietsen. Een beproefd recept was verder het vervaardigen
van halffabrikaten voor derden. Een prominent voorbeeld hiervan is het benzinetankje voor de Berini-hulpmotor, vanwege
zijn opvallende vorm in de volksmond "eitje" genoemd. De "ni" van Berini, constructeur Nico
Groenendijk, had deze tank in 1949 uitgevonden door het huis van twee DKW-koplampen aan elkaar te solderen. Koot kreeg
vervolgens de opdracht om deze tankjes te gaan produceren.
|
Overzicht Lucia-verlichtingsprogramma, begin jaren '50 (ongedateerde folder)
|
Aandacht
voor de bromfiets
Daarmee was ook een andere, veel belangrijkere richting voor expansie aangegeven: de opkomende bromfietsmarkt. Een
risiko was het wel, want begin jaren '50 wist niemand hoe zich dit nieuwe vervoermiddel zou gaan ontwikkelen. Koot
zag het wel zitten en begon met een koplamp met dimschakelaar.
|
Lucia hulpmotor-koplamp met ingebouwde snelheidsmeter-kilometerteller
met tandkrans-aandrijving (introductie 1954), ook leverbaar zonder teller. De toen al bestaande teller voor
stuurmontage kon door de klant in zo'n lamp ingebouwd worden. (Koot Nieuws, 15 juli 1954)
|
Een volledig nieuw produkt voor de bromfietsmarkt was de al in 1949 ontwikkelde
Lucia-tachometer, ofwel "snelheidsmeter-kilometerteller", zoals deze toen doorgaans werd genoemd. Hoewel door
sommigen in de tijd van de hulpmotorfiets als overbodig beschouwd, werd het nut hiervan duidelijk toen de motoren van de
echte bromfietsen over een bepaald aantal kilometers en bij een bepaalde snelheid ingereden moesten worden. Helemaal
onmisbaar werd de tachometer toen in 1956 een snelheidsbeperking voor bromfietsen van 40 km per uur werd ingevoerd.
De Lucia-tachometer was de eerste teller van Nederlands fabrikaat en verkocht erg goed. Het
aantal verkochte bromfietsen steeg met name vanaf 1954 jaarlijks zeer sterk, en Koot kon de vraag naar
Lucia-bromfietsaccessoires moeilijk bijbenen. Ook de export naar landen binnen en buiten Europa, waarvoor in plaats van
Lucia nog steeds het merk Fako werd gebruikt, werd voor de firma Koot steeds belangrijker. Zo moest het bedrijf in 1955
met een nieuwe fabriekshal en nieuwe machines en installaties worden uitgebreid.
Nieuwe produkten deden hun intrede. In 1954 werd de Lucia-bromfiets-lichtschakelaar voor
stuurmontage voorgesteld, ook leverbaar met claxonknop. In 1956 kwamen er twee nieuwe modellen van de Lucia-tachometer uit,
in de eerste plaats bedoeld voor de bromfietsmarkt: het model Baby met kleinere diameter en de Victrix met een vierkanten
huis. De Lucia Baby werd in aangepaste vorm vanaf eind 1956 ook expliciet als rijwielteller aangeboden, met name voor de
jeugdige fietsers. De tellers werden nu behalve met tandkransaandrijving, die niet voor alle typen (bromfiets-)voornaven
geschikt was, ook met naafaandrijving aangeboden. Deze bestond uit een wormwielconstructie van nylon, opgeborgen in een klein
huis dat bij de wielas gemonteerd werd – qua rendement en degelijkheid zeker geen verbetering ten opzichte van de tandkrans.
|
Op de
foto's hieronder van de door vrouwelijk personeel gedomineerde montageafdeling in Utrecht is te zien dat toen nog veel met de
hand gebeurde. De meeste onderdelen werden nog in eigen huis gemaakt. Naast metaalbewerking was ook al de verwerking van
kunststof begonnen – in de zogenaamde plastic-afdeling in De Meern werden onder andere de stuurschakelaars geperst. (Foto's:
Koot Nieuws, 15 mei 1955)
|
|
montage van de dimschakelaar
in de "Starlight Extra"-koplamp
|
|
wikkelen van de dynamo-stator
op een in eigen bedrijf vervaardigde wikkelmachine
|
|
eindmontage van de dynamo's
|
|
|
Ondanks de uitbreiding van 1955 kampte de
firma Koot ook daarna met een chronisch ruimtegebrek. De mogelijkheden in Utrecht en De Meern waren echter uitgeput. Daarom
werd aan de Rembrandtlaan in Woerden een grote hal overgenomen en als montageafdeling ingericht, dit vooral om aan de gestegen
vraag naar fietsverlichting te kunnen voldoen. Het aantal personeelsleden steeg mede vanwege de nieuwe locatie in de loop van
1957 van 188 naar liefst 251.
|
|
Etalage van rijwielhandelaar W. de Groot uit Utrecht, waarmee hij bij een etalagewedstrijd de
1e prijs behaalde. De etalage met een achterkant van golfkarton is gebaseerd op artikelen van
Gazelle en Lucia, in het midden een scene uit het Piet Pelle-verhaal en daarboven een
reusachtige Lucia-dynamo. (Verzameling fam. De Groot)
|
De ontwikkeling van fietsverlichting had in de
eerste helft van de jaren '50 weinig aandacht gekregen. Van Lucia waren drie koplampmodellen verkrijgbaar (de Sport, de
grotere Popular en de Starlight Extra met twee lampjes en schakelaar), een 2-polige dynamo met messing- of aluminiumhuis en
een ouderwets achterlicht met van boven ingeschroefde fitting. Vanaf 1958 begon daar verandering in te komen. Van de bestaande
dynamo werd een nieuwe, 8-polige versie op de markt gebracht. Het achterlicht naar vooroorlogs model had afgedaan en werd
vervangen door een stroomlijn-achterlicht van kunststof. Koot volgde daarmee concurrent Spanninga die al in 1956 verschillende
achterlichten in stroomlijnvorm had uitgebracht onder de namen van de afnemers: Batavus, Burco, Fongers, Magneet, Phoenix en
Union.
|
Lucia stroomlijn-achterlicht van 1958, waarvan twee versies werden gemaakt:
een voor fietsen en een voor bromfietsen (Koot Nieuws, juli 1958)
|
De snelheidsmeter-kilometertellers ondergingen
in 1958 een belangrijke wijziging. Naast constructieve verbeteringen in het binnenwerk werd de wormwielconstructie in de
naafaandrijving vervangen door veel lichter lopende kegeltandwielen.
Van metaalbedrijf naar kunststofverwerking
Met de nieuwe constructies uit 1958 ging een andere ontwikkeling gepaard, die al twee jaar eerder was ingezet: het toenemende
gebruik van kunststoffen. In 1956 was bij Koot een aparte spuitgietafdeling ingericht. In 1957 werden alle koplampglazen
vervangen door PMMA (perspex) en kregen de bovenstukken van bepaalde typen Lucia-dynamo's een laag kunststof. Bij de nieuwe
Lucia-kilometertellers van 1958 bestond het huis voortaan uit de kunststof CAB. En het meest opvallend was natuurlijk het ver
doorgevoerde gebruik van kunststof bij de nieuwe achterlichten.
|
|
|
Op de Lucia-stand
op de Amsterdamse RAI-tentoonstelling van 1957 was een fietsende pop opgebouwd, aangedreven door een verborgen motortje
dat tijdens de openingsuren van de eerste tot de laatste dag werd aangezet. Een geblindeerde Lucia-kilometerteller hield
de "gereden" afstand bij. De firma Koot verbond hieraan de prijsvraag, hoeveel kilometer bij het einde van de
tentoonstelling zouden zijn afgelegd. In totaal werden volgens de fa. Koot liefst 50.000 antwoordformulieren ingevuld. De
winnares van de hoofdprijs, de verpleegkundige M. Schils uit Maastricht, kreeg later van directeur Koot een nieuwe
Kaptein Mobylette bromfiets overhandigd. Het fietsende Lucia-mannetje ging naar fietsenmaker J.L van Vliet uit
Utrecht en trok in diens etalage veel bekijks. (Foto: Koot Nieuws, 15 maart 1957)
|
|
De ontwikkeling van nieuwe Lucia-modellen voor de
fietsbranche ging door. Daarbij stonden twee aspecten voorop, die toen ook voor de fietsfabrikanten zelf allesbepalend waren:
attractieve vormgeving en verlaging van de kostprijs. Zo kostte de Lucia snelheidsmeter-kilometerteller voor rijwielen bij de
introductie eind 1956 nog f 19,25, begin 1959 was hij al vanaf
f 9,95 verkrijgbaar.
Een geslaagd voorbeeld van eigentijdse vormgeving is de koplamp type Rocket die op de
RAI-tentoonstelling van 1959 werd gepresenteerd. Net als bij de fietsen, waar uitvoeringen in twee tinten op dat moment zeer
in de mode waren, werd ook deze koplamp in een combinatie van crème en naar keuze blauw, rood, zwart, licht- of donkergrijs
aangeboden. Bovendien was het huis plat en breed, zoals dat anders vooral van Franse koplampen van eind jaren '60 bekend
is. De Rocket werd uiteindelijk maar drie jaar lang gemaakt.
|
Lucia "Rocket" koplamp (Koot Nieuws, april 1959)
|
In 1960 bracht de firma Koot na bijna tien jaar
weer een nieuwe dynamo met bijbehorende koplamp uit – niet ter vervanging van de bestaande dynamo maar als goedkoper alternatief.
Het was een reactie op de groeiende vraag naar laag geprijsde fietsen en de in verband daarmee opgekomen import van goedkope
fietsverlichting uit Italië. Om de goede naam Lucia tegen dit product voor de onderkant van de markt af te bakenen kreeg de
nieuwe verlichtingsset van Koot in eerste instantie ook een nieuwe merknaam: Summum. De particuliere prijs werd vastgesteld
op f 9,60. Al na een half jaar werden dynamo en koplamp op verschillende punten gewijzigd en bedroeg de prijs
voor een set zelfs nog maar f 8,50. Hoewel de dynamo kwalitatief niets bijzonders was, werd hij vanwege zijn lage
prijs een succes en bleef hij met verschillende aanpassingen niet minder dan een kleine 30 jaar in productie. Deze prestatie
wordt binnen Nederland alleen nog door het voor- en het naoorlogse model van de Nordlicht-dynamo overtroffen.
|
Summum rijwielverlichting, aangepaste versie (Koot Nieuws, augustus 1960)
|
|
Begin jaren '60 veranderde
er weinig in het Lucia-assortiment. De oude 2-polige dynamo met aluminium huis werd in 1961 eindelijk 4-polig, wat
een beter spanningsverloop en minder kans op doorslippen betekende. De messingdynamo werd voortaan nog alleen maar
in de 8-polige uitvoering gemaakt. De goedkope Summum-verlichting kreeg in de loop van de jaren '60 alsnog de
naam Lucia. Er verscheen een klein model koplamp voor montage op het voorspatbord van Super Sport-fietsen
(derailleurfietsen). Dezelfde koplamp werd ook als "Lucia combi" voor montage vlak onder de dynamo
aangeboden, voor (mini)fietsen met een boodschappenmandje.
|
Directeur A.C. Koot bij het 25-jarig
bedrijfs-
jubileum
(Koot Nieuws, oktober 1960)
|
De snelheidsmeter-kilometertellers bleven gehandhaafd. Wel werd de vormgeving
gemoderniseerd en kwam er een model met rechthoekige klok bij. Ook begon Lucia met de productie van de aloude
cyclometer, de kleine kilometerteller op de voorwielas. Voor de lichte bromfietsen die eind jaren '60 de
markt domineerden werd een koplamp met eveneens rechthoekige vormgeving ontwikkeld.
Hoewel nauwelijks in oude publicaties van de firma Koot genoemd, was men behalve met
fiets- en bromfietsaccessoires ook op een derde markt actief: de auto-onderdelen. De basis hiervoor was al in de
jaren '50 met de toelevering voor autokoplampen gelegd. Uit 1964 dateert een Engels octrooi voor een verstelbare
autospiegel op naam van A.C. Koot. Dit zou later een belangrijk product worden.
|
|
Verhuizing
naar Montfoort
Organisatorisch veranderde een en ander in de jaren '60. In 1962 werd A.C. Koot Jr. tot onderdirecteur
benoemd. In haar drie vestigingsplaatsen De Meern, Utrecht en Woerden groeide de firma Koot uit haar jasje. De
problemen om geschikt personeel te vinden – een van de redenen voor de ruimtelijke driedeling – werden minder en het
vervoer van halffabrikaten tussen de drie vestigingen was niet bepaald kostenefficient. Daarom bouwde Koot een nieuwe,
ruime fabriek op een industrieterrein aan de rand van Montfoort. Hier werden in 1965 alle activiteiten geconcentreerd.
De productie groeide sterk, terwijl dankzij modernere machines en automatisering het aantal personeelsleden terugliep
naar ca. 120 in 1972. Driekwart van de productie ging naar andere landen. Een belangrijke afnemer was Duitsland,
waar Koot in 1971 de volledige productie van bromfietskoplampen van de Duitse concurrent Union (Fröndenberg) overnam.
|
De fabriek in Montfoort: links de montagehal, rechts de spuitgieterij (F4, 7 januari 1972)
|
Lucia wordt
iku
Met ingang van 1972 veranderden de bedrijfsnaam en de merknamen. De Technische Industrie A.C Koot NV ging
voortaan verder onder de nieuwe naam Industrie Koot Montfoort (U). Tegelijkertijd verdwenen alle oude merknamen
(Lucia, Fako, Summum en het voor bepaalde tellers gebruikte Komo) om plaats te maken voor een nieuwe naam voor alle
producten: iku. Deze naam en het nieuwe beeldmerk naar een ontwerp van de Amsterdamse ontwerper A.G Schillemans
moesten een positieve associatie met kwaliteitsproducten oproepen.
|
|
In de jaren '70 liep de bromfietsmarkt steeds verder terug.
Industrie Koot reageerde hierop door de toeleveringen voor de autobranche uit te breiden. Eind jaren '70 waren
deze goed voor de helft van de bedrijfsomzet. Van de verkopen in de tweewielersector ging de helft in de export. Dit
betrof met name de snelheidsmeters en kilometertellers.
Oprichter A.C. Koot had zich rond 1970 uit de directie teruggetrokken. De leiding was nu
in handen van zijn zoons Ton (Jr.) en Herman. Later verliet een van hen het bedrijf en ging in Woerden onder de naam
Techniku Holland B.V. verder. In 1980 overleed Koot (Sr.) op 79-jarige leeftijd, zijn overige zes kinderen
werden uitgekocht.
Innovaties
Terwijl de personeelsbezetting bij Industrie Koot in de jaren '70 mede door uitbesteding van productiestappen
licht bleef dalen, kwam de ontwikkelafdeling regelmatig met iets nieuws. In 1973 werd een nieuwe aandrijving voor
snelheidsmeter-kilometertellers voorgesteld, die niet bij de naaf het aantal wielomwentelingen opnam maar als een
dynamo tegen de voorband liep. Daardoor was deze geschikt voor ieder type fiets, onafhankelijk van de wielmaat.
Een verbetering bij de rijwielverlichting was de invoering van een stekkeraansluiting
op de dynamo en de koplamp in 1977, die al eerder in de autosector was toegepast. De verlichting met klemaansluiting
bleef daarnaast nog wel gehandhaafd. Op de Keulse IFMA-tentoonstelling van 1978 exposeerde Industrie Koot als
experiment een op zonne-energie werkende fietskoplamp. Rond dezelfde tijd stopte Industrie Koot met de productie van
het twintig jaar oude fietsachterlicht. De fietsdynamo uit de jaren '60 kreeg een ander aanzetmechanisme van
kunststof. Er lag toen ook al sinds jaren een ontwerp voor een iku-dynamo met kunststof huis klaar, maar de markt
werd hiervoor nog niet rijp geacht. Uiteindelijk is deze nooit in productie genomen.
|
iku-fietsartikelen. De in 1977 uitgebrachte spatbordkoplamp valt op door haar fraaie vormgeving. (Tweewieler, oktober 1979)
|
In 1982 presenteerde Industrie Koot op de Tweewieler-RAI een
halogeen-fietskoplamp, nadat Philips het benodigde halogeen-gloeilampje met een voldoende laag vermogen had
ontwikkeld. Twee in de aansluitkabel weggewerkte zenerdiodes beschermden het gloeilampje tegen een te hoge
spanning. De extreem lichte koplamp was voor lichtgewicht fietsen bedoeld.
Een hoogstandje van de iku-ontwikkelafdeling was de elektronische Cyclotronic-fietscomputer
uit 1983. Behalve de analoge weergave van de actuele en de hoogste rijsnelheid waren er de gemiddelde snelheid, totale
afstand, ritafstand en rittijd af te lezen. Een in het voorwiel gemonteerde meerpolige magneetring met sensor diende
behalve als signaalgever ook als "dynamo" om de accu in de fietscomputer te voeden.
Het einde van de iku-fietsaccessoires
In de jaren '80 was de bromfietsmarkt tot een dieptepunt gekrompen. De auto-onderdelen waren voor Industrie Koot
de belangrijkste poot geworden. Zo belangrijk dat besloten werd om de complete productie van fietsonderdelen te verkopen
en voortaan alleen de autobranche te bedienen. Per 1 januari 1988 vond de overdracht plaats aan Stenman Holland in
Veenendaal, producent van hang- en sluitwerk en op fietsgebied vooral bekend van de Axa-sloten. Daarmee kon Axa Stenman,
zoals het bedrijf tegenwoordig heet, zijn fietsslotenfabricage op een bredere basis zetten. Alle iku-producten kregen
voortaan de naam Axa. Een paar jaar later kwam de bekende Axa HR-dynamo hieruit voort.
Iku ging verder met de productie van actuatoren (elektrische verstelmechanieken) voor
buitenspiegels. In 1995 stopte directeur Koot ermee en verkocht hij het 60 jaar oude familiebedrijf aan de veel grotere
Amerikaanse concurrent Eaton. Sinds de verzelfstandiging in 2007 heet de onderneming Mirror Controls international.
Tegenwoordig werken zo'n 160 mensen bij MCi.
Samenvattend kan gezegd worden dat onder de merknamen Fako, Lucia en iku veel interessante
producten werden gemaakt. Voor de verzamelaar van fietsverlichting is het niet altijd attractief – de Koot-verlichting
heeft vaak niet de verfijning van bijvoorbeeld Zwitserse fietsverlichting of de degelijkheid van TMI. Maar zakelijk gezien
verdient het respect hoe oprichter Koot een gezond bedrijf opbouwde en nooit op het bereikte ging rusten. Hij veranderde
met zijn tijd mee door frequent met nieuwe of gewijzigde producten te komen en tijdig om te schakelen van ambacht en
degelijkheid naar moderne productiemethoden met een lage kostprijs. Zijn opvolgers hebben deze lijn doorgezet zodat in 2010
het 75-jarige jubileum kan worden gevierd.
|
Copyright by
Herbert Kuner, © 2009 ...
All rights reserved.
Last update: 28-5-2009
|