Fongers-hoofdkantoor aan de Hereweg in Groningen. In het lage gebouw links was een wielrijschool gehuisvest. Achter deze gebouwen lag de eigenlijke fabriek in langgerekte loodsen.

Achterkant van de Fongers-fabriek, gezien vanuit onbebouwde akkers. Bij ingebruikname van de fabriek in maart 1897 bestond deze uit maar 3 loodsen. Later werden aparte gebouwen voor de vernikkelafdeling met slijperij en voor de grossierderijactiviteiten toegevoegd. Voor de verdere uitbreiding van de eigenlijke fabriek werden uiteindelijk nog 8 loodsen van 6 meter breedte en 60 meter diepte bijgebouwd, zoals hier te zien. Een flinke uitbreiding in ruim 20 jaar tijd.

Fongers-automobielenzaak aan de overkant van het hoofdgebouw, hoek Sterrebosch. Hier konden auto's (van andere merken, want Fongers bouwde zelf geen automobielen) worden gekocht, gerepareerd en gestald.

De grote werkplaats in de Fongers-fabriek met vooraan automatische draaibanken. Hier werden kleinere onderdelen uit eigen fabricage zoals lagerwerk vervaardigd.

De bankwerkerij waar de Fongers-frames, vorken, sturen enz. in elkaar werden gezet en na het solderen werden afgewerkt.

De bewerkte en gesoldeerde onderdelen uit de bankwerkerij werden vervolgens gelakt en gebiesd dan wel vernikkeld. Via het voormontagemagazijn gingen de frames en onderdelen naar de voormontage waar de belangrijkste onderdelen zoals vorken en trapas werden gemonteerd. Vervolgens werden in het montagemagazijn de voorgemonteerde fietsen samen met de nog te monteren (kleinere) onderdelen bij elkaar gebracht. De laatste fabricagestap was de afmontage in de montagewerkplaats (zie hierboven), voordat de fietsen naar het voorraadmagazijn of rechtstreeks naar de verpakking en verzending gingen.