afb. 1: reconstructie van het Bergreijer beeldmerk
(Oscar Mulder)
|
|
|
Fa. Gebr. Bergreijer, Amsterdam |
In 1907 openden de vier
broers Lubertus, Dirk Jan, Eduard en Willem Bergmeijer gezamenlijk een
rijwielhandel in de Amsterdamse Jordaan aan de Rozengracht 40. Ze veranderden één
letter in hun achternaam en noemden de zaak fa. Gebr. Bergreijer omdat ze
dat beter klinken vonden. Over de ontwikkeling en achtergronden van de
firma Bergreijer is niet meer dan gebrekkige informatie te vinden, maar er
zijn binnen de familie nog wel foto's bewaard gebleven, van de zaak én
van de fietsen die de gebroeders Bergmeijer zelf construeerden en bouwden.
Deze foto's dateren grotendeels uit de periode van de bedrijfsoprichting
tot begin jaren '20.
|
afb. 2: De vier broers Bergmeijer, geportretteerd omstreeks 1900:
v.l.n.r. Lubertus (geb. 1874), Dirk Jan (1876), Eduard (1883) en Willem (1885)
|
Op de eerste - licht
beschadigde - foto zien we het interieur van de winkel aan de Rozengracht
40. Achterin zit Eduard Bergmeijer aan een bureau. In het midden staat
geretoucheerd: "FABRIEK EN MAGAZIJN VAN GEBR. BERGREIJER ROZENGRACHT
40 AMSTERDAM". De foto moet van kort na de opening van de zaak zijn.
Links staat een rij fietsen met gewoon stuur (zonder remstuur). De sturen
hebben deels nog de rond gebogen vorm zoals die omstreeks 1900
gebruikelijk was en deels al de vorm van het bekende Engelse stuur met
recht middenstuk. Rechts staan de fietsen met remstuur - allemaal dubbele
"roller"-remsturen die rond 1906-1907 in zwang kwamen. Alle
fietsen hebben nog een kort voorspatbord. Links aan de muur staan een
aantal kale frames. Het moeten monsters zijn of frames die de klanten naar
eigen wens konden laten afmonteren. De auto op de affiche past bij de
jaren rond 1910.
|
afb. 3: interieur van de winkel van fa. Gebr.
Bergreijer aan de Rozengracht 40
|
In 1912 ging Lubertus
Bergmeijer met zijn gezin aan de Rozengracht 49 wonen, een pand aan
de overkant van de winkel. Tegelijkertijd of mogelijk iets later werd dit
pand ook voor de fietsenhandel gebruikt, en uiteindelijk werd het de
hoofdvestiging en werd Rozengracht 40 opgegeven. Enkele jaren later
vestigde zich pal naast hen een andere grote fietsenzaak: J. Cruiming
op Rozengracht 51.
Op de volgende foto (afb. 4) zien we de
voorgevel van de winkel van nr. 49. In het raam staat waarschijnlijk
Lubertus' vrouw Anna Maria met één van de kinderen. Het emaillebord aan
de balustrade geeft aan dat de Bergmeijers het predikaat
bondsrijwielhersteller van de ANWB voerden. Het werd hen in 1915 verleend.
Volgens de belettering van de ramen verkochten de Bergmeijers de merken
Humber, Imperial, Spiral en Marconi. Humber en Imperial zijn bekende
Engelse fabrikanten, de afkomst van Spiral en Marconi is onduidelijk.
Mogelijk is een daarvan een eigen merk van Bergreijer. Verder zien we op
de etalageruit reclame voor Dunlop- en Michelin-banden en wordt er melding
gemaakt van "kogellager rijwielen". Dat past goed bij de jaren
'10 toen de betere fabrikanten fietsen met groefkogellagers verkochten,
nadat Simplex in 1909 hiermee de trend had gezet en in het vervolg flink
reclame ervoor maakte.
|
afb. 4: winkel Rozengracht
49, ca. 1915 - 1920
|
Uit ongeveer dezelfde tijd
- van 10 mei 1919 - dateert een advertentie van Bergreijer voor frames en
bladgoud gebiesde Marconi-fietsen. Daaruit is op te maken dat de
Bergmeijers een fabriek aan de Laurierstraat 134-142 hadden, niet ver van
de Rozengracht. Over deze vestiging is behalve in advertenties in geen
andere bron iets terug te vinden.
|
afb. 5: advertentie uit
"De Rijwielhandel" van 5 mei 1919
|
Van de winkel aan de
Rozengracht 49 is nog een iets jongere, tweede foto bewaard gebleven
(afb. 6). Ook hier de verwijzing naar Marconi-rijwielen. Samen met de
advertentie uit 1919 geeft dit de indruk dat Marconi een eigen merk van de
Bergmeijers was. Het merk is waarschijnlijk vernoemd naar Guglielmo
Marconi, een radio-pionier die in 1895 de draadloze telegrafie had
uitgevonden. Het hoofdmerk van de Gebrs. Bergreijer in de jaren '20 was
blijkens deze foto Raleigh.
In de etalage zijn links twee
Raleigh-fietsen te zien. Rechts zien we verschillende soorten verlichting
waaronder een elektrische Bulli-lamp. Voor de winkel staan behalve twee
onbekende mannen Lubertus Bergmeijer (2e van links) en naast hem Eduard
Bergmeijer (met zijn bolhoed die ook op afb. 4 aan de muur hing). De
motorfiets van onbekende makelij staat geregistreerd op de naam
Bergmeijer.
|
afb. 6: winkel Rozengracht
49 in de jaren '20
|
Hoe het zakelijk verder
ging is onduidelijk. Uit een kamer van koophandel dossier blijkt dat
Lubertus, die de leiding had, de firma in 1935 ontbond. In het
telefoonboek van Amsterdam uit 1950 staat echter nog een radio-, electra-
en rijwielenzaak W. Bergreijer in de J. Obrechtstraat vermeld.
Behalve foto's van de zaak zijn ook oude
foto's van fietsmodellen bewaard gebleven die de Bergmeijers maakten. Deze
fietsen zijn voorzien van de merkaanduiding "Bergreijer". Het
zijn allemaal foto's van speciale modellen: bakfietsen, transportfietsen
en een invalide-driewieler. Dit lijkt in de begintijd een specialisme van
Bergreijer te zijn geweest. Van gewone heren- en damesmodellen zijn alleen
vier foto's van Engelse Imperial-fietsen inclusief een girder-model
bewaard gebleven. Al deze foto's zijn professionele opnames die voor
foldermateriaal moeten zijn gebruikt.
|
afb. 7: reconstructie van
het typografische Bergreijer-logo (Oscar Mulder)
|
Op de eerste foto (afb. 8)
zien we een bode met een tweewieler-bakfiets. Het frame met
driehoekconstructie is stevig gebouwd en voor- en achterwiel hebben 40
spaken. De fiets is een doortrapper zonder rem. De grote afstand tussen
stuur en zadel wordt voor de berijder overbrugd door een sterk verlengd
stuur zoals dat in die tijd ook bij motorfietsen werd gedaan. Erg wendbaar
is dit vehikel niet en ook de vervoercapaciteit is niet erg groot.
|
afb. 8: Bergreijer
tweewieler-bakfiets, oudste model
|
Afbeelding 9 laat een
doorontwikkeling van de eerste tweewieler-bakfiets zien. Het frame is
identiek, alleen wat langer gebouwd zodat de bak groter is. Ook het stuur
is nog langer gemaakt. Op de bovenbuis staat behalve het merk Bergreijer
de aanduiding "Model A", terwijl bij afb. 8 geen
modelaanduiding op het frame zichtbaar is.
|
afb. 9: Bergreijer
tweewieler-bakfiets, model A
|
Van een model B of C is er
geen afbeelding, wel van tweewieler-bakfiets model D. Deze foto is bij een
andere fotograaf gemaakt: er staat een imprint op "foto
Potgieterstraat 8". Het decoratiedoek op de achtergrond is slordig
opgehangen, en de fiets is voor deze achtergrond ook eigenlijk te lang.
De frameconstructie is weer dezelfde, de
wielen hebben allebei 40 spaken, alleen het crankstel is van een ander
model en de spatbordstangen zijn nu van stevig bandstaal. Het wezenlijke
verschil met de twee eerdere modellen is de stuurconstructie. Het stuur
zit nu draaibaar in de vertikale buis achter de transportbak, en de
stuurbeweging wordt door middel van kegelvormige tandwielen en een
"cardan-as" op het balhoofd overgebracht. Een vrij dure
constructie, het had ook met een duw-/trekstang opgelost kunnen worden
zoals dat rond 1900 bij tandems werd gedaan als een dame voorop zat en een
heer van achteren stuurde. Het grote voordeel van deze
"exotische" cardan-constructie is wel dat het voorwiel verder
gedraaid kon worden en de bakfiets als geheel daarmee wendbaarder werd. Er
ontbreekt alleen nog een kap tegen regen en vuil en tegen bekneld raken.
De bakfiets draagt de belettering van
kruidenier G. Goes uit de Amsterdamse Pijp.
|
afb. 10: Bergreijer
tweewieler-bakfiets, model D
|
Een erg fraaie
buitenopname is afbeelding 11. Op de achtergrond is in de verte een
loods met een driehoekige gevel en dak te zien. Dit gebouw hoort bij de
zogenaamde appeltjesmarkt, de groentenmarkt aan de Amsterdamse
Marnixstraat, aan de overkant van de Nassaukade. Daarmee is de locatie van
deze foto vrij exact bepaald: hij moet voor de deur van fotograaf B. Knopper
aan de Nassaukade 155 genomen zijn. Alle fietsfoto's uit de
Bergreijer-serie zijn of door Knopper of door "foto Potgieterstraat 8"
gemaakt. De twee fotografen zaten op niet veel meer dan een steenworp
afstand van elkaar.
Driewieler-bakfietsen zoals op deze foto
waren in de jaren '10 van de vorige eeuw lang niet zo gebruikelijk als
vanaf ca. 1930 en werden ook niet door veel fabrikanten gemaakt. Bij deze
Bergreijer-bakfiets (met merklogo op het achterspatbord) valt allereerst
op dat de twee hoofdbuizen van het frame streng parallel lopen. Bij latere
bakfietsen is de afstand tussen de buizen groter en vormen deze achter de
bak een stabiele driehoek. Opvallend is ook dat deze bakfiets nog een
blokketting heeft. De 40-spaaks wielen en de bandstalen
achterspatbordstang komen overeen met de tweewieler-bakfiets van afb. 10.
Aan de voorkant zijn twee olielampen gemonteerd.
De bak is fraai gedecoreerd en voorzien van
zachte vering zoals dat ook bij oude kinderwagens te zien is. Het gaat om
een bezorg-driewieler voor gevoelige goederen die b.v. door een
banketbakker, een sjiek modehuis of dergelijke kon worden gebruikt. Aan de
rechterkant van de bak (vanuit de kijker de voorkant) zitten twee
scharnieren, de reling op het deksel is rondom verbonden. Het deksel kon
dus alleen maar naar één kant opengeklapt worden. Aan de linkerkant moet
eigenlijk iets zitten om te voorkomen dat het zware deksel helemaal
opengeklapt kan worden.
|
afb. 11: Bergreijer
driewieler-bakfiets
|
De volgende foto (afb. 12)
is op dezelfde plek aan de Nassaukade gemaakt, alleen kijken we nu in de
andere richting en zien we op de achtergrond de brug De Clercqstraat -
Rozengracht. De foto is op een rustig moment in de ochtend gemaakt, de zon
schijnt vanuit het zuidoosten. Links zien we een nieuwsgierige passante.
De afgebeelde fiets is een
invalidendriewieler met hefboomaandrijving op het voorwiel. De hefbomen
zijn in lengte verstelbaar. Bij deze fiets volstond de ontwerper met 36
spaken in het voorwiel, maar wel 40 spaken in de achterwielen. Een rem
lijkt ook deze fiets niet te hebben en ook geen vrijloop.
Invalidendriewielers waren altijd het domein
van de firma P. van der Lely uit Den Haag, opgericht in 1893. In een
advertentie van Van der Lely uit 1928 staan behalve allerlei andere
bakfietsen, driewielers en rolstoelen ook twee invalidenfietsen afgebeeld,
waarvan één veel overeenkomsten heeft met deze Bergreijer-driewieler.
Alleen zijn de hefbomen bij Van der Lely verbonden met een kettingwiel
boven het voorwiel, van waaruit een ketting naar de voornaaf loopt.
Een nadeel van de constructies met
voorwielaandrijving is dat het zwaartepunt helemaal op de achteras ligt en
het aandrijfwiel (voorwiel) daardoor minder grip op de weg heeft. Van der
Lely bouwde ook een invalidendriewieler met achterwielaandrijving, waarbij
niet duidelijk is hoe je met twee handen tegelijkertijd moest aandrijven
en het voorwiel sturen.
|
afb. 12: Bergreijer invalidendriewieler
|
Als laatste nog een foto
gemaakt door fotograaf Knopper: Bergreijer tweewieler-transportfiets model A.
Ook dit is weer een doortrapper met bandstalen spatbordstangen en
40-spaaks wielen. Het kettingwiel oogt moderner dan bij alle andere
fietsen uit deze fotoserie.
Het bijzondere van deze transportfiets is de
V-vormige stuurconstructie. De voorvorkpoten lopen bij het kroonstuk naar
boven toe door en vormen samen met een horizontale verbindingsstang een
driehoek. Hierdoor wordt een stevige constructie voor veel gewicht op de
voordrager verkregen. Er kan geen torsie in de stuurpen optreden waardoor
de berijder de fiets goed in zijn macht heeft. Een beetje vreemd is de erg
schuine stand van het dragervlak, veroorzaakt door de lage bevestiging bij
het kroonstuk. Dit had juist bij deze constructie gemakkelijk hoger
gekund. Ook vreemd is het feit dat de bovenbuis naar voren toe schuin
afloopt. Voor een transportfiets was het tegenovergestelde beter geweest.
De foto is op meerdere plekken met een
anilinepotlood geretoucheerd, zoals dat bij foto's voor drukwerk vroeger
gebruikelijk was. Zo is een deel van de glans op buizen en spatborden
weggeretoucheerd, maar er is ook een tweede bovenbuis toegevoegd die er
van origine helemaal niet was. Waarschijnlijk bouwde Bergreijer de
transportfiets wel met dubbele bovenbuis maar is deze foto gemaakt van een
oudere versie met enkele bovenbuis.
|
afb. 13: Bergreijer
transportfiets, model A
|
Uit de hier getoonde serie
Bergreijer-fietsen blijkt dat de Bergmeijers al in een vroege periode
begaan waren met het gebruik van de fiets als vervoermiddel voor invaliden
en voor het meenemen van goederen. Hoewel het beeld dat de foto's geven
incompleet is omdat er ongetwijfeld nog meer modellen zijn gemaakt, is
toch de zien dat de fa. Bergreijer hierin zeer inventief was. Wat
transport- en bakfietsen betreft is Bergreijer behalve met P. van der
Lely ook te vergelijken met Kestein, eveneens een fabrikant die geheel
eigen ideeën toepaste om het vervoer van allerlei spullen op de fiets te
verbeteren, maar wel 20 jaar later. De Bergreijer-foto's zijn uniek, en
wie weet wat er nog meer door deze fabrikant is gemaakt. Als er mensen
zijn die aanvullende informatie over de fa. Gebr. Bergreijer hebben houden
we ons aanbevolen.
Alle foto's:
familiearchief Mulder.
Met dank aan Gerlof
Langerijs.
|