|
|
|
100 jaar kettingkasten van De Woerd (deel 2) |
Kunststof
Het transparante deel van de windschermen moest De Woerd inkopen
omdat men nog niet over spuitgietmachines beschikte. Daar kwam eind jaren 60 verandering in. Kunststof was in de
industrie een belangrijk materiaal geworden en Willemine Looijen-van der Woerd besloot om hierop in te zetten -
een cruciale stap in de ontwikkeling van het bedrijf. Het begon met een sportfiets-jasbeschermer die geheel van
kunststof was, inclusief de bevestigingsklemmetjes waarop octrooi verkregen was. Deze verscheen in december 1968
onder de naam Pavo, afgeleid van het Latijnse woord voor pauw. De associatie met een pauw was mooi in het speciale
logo verwerkt dat daarvoor ontworpen was (zie de advertentie hieronder). Het werd geen groot succes en zo ging De Woerd
na een paar jaar over op de bekende transparante kunststof-jasbeschermers met aluminiumrand. Tegenwoordig (anno 2019)
verkoopt fietsgroothandel Cortina weer jasbeschermers in diverse kleuren onder de naam 'Cort Dressguard Miami' die
sterk op de Pavo lijken.
|
Advertentie bij de introductie van de Pavo-jasbeschermer met eigen
Pavo-logo (F4, 24 december 1968)
|
De tweede toepassing van kunststof die directeur
Looijen-van der Woerd bedacht was het Lommertje - geen fietsonderdeel maar een opvouwbaar, halfdoorlatend scherm
dat op de vensterbank vóór de kamerplanten gezet kon worden om deze voor te fel zonlicht te beschermen. Er was
wel vraag naar maar De Woerd had eigenlijk geen geschikt verkoopapparaat hiervoor. En hoewel er octrooi op
aangevraagd was duurde het niet lang of het werd vanuit het buitenland goedkoop nagemaakt.
Op 30 november 1969 vroeg Looijen-van der Woerd octrooi aan op een kettingkast
geheel van kunststof. Deze bestond uit een boven- en een onderhelft. Qua vorm had deze kettingkast veel weg van
de aloude metalen oliebadkettingkast, maar wel met een aantal belangrijke voordelen: hij was lichter, bij
reparaties veel gemakkelijker te openen en hij kon zelfs moeiteloos geheel afgenomen worden. Bovendien was de
kunststof-kettingkast goedkoop te produceren. Maar zo ver was het nog niet: de introductie liet nog ruim zes
jaar(!) op zich wachten. Het marktrijp maken van de uitvinding had namelijk nog wat voeten in de aarde. Hanneke
Looijen, de dochter en opvolgster van Willemine Looijen-van der Woerd, hierover: "Problemen waren onder
andere het recht houden van de kettingkast, het voldoen aan de vereiste maatvoeringen en het uit de matrijs
kunnen halen van de kunststofdelen. Dankzij externe technische ondersteuning en het inzicht van het hoofd van
onze technische dienst Wim Gerritse is het uiteindelijk gelukt. Wim Gerritse en mijn moeder hebben samen aan
de basis gestaan van deze eerste kunststof kettingkast." /8/
Een moeilijkheid was dat de kettingkast niet zoals lakdoek op maat geknipt kon
worden. Er werden uiteindelijk twee standaardmaten voor 26"- en 28"-sportfietsen geproduceerd, beide
zowel in een uitvoering voor eerste montage (met een stalen bevestigingsschijf die tussen bracket en trapascup
geklemd werd) en voor tweede montage (waarbij de bevestigingsklem over de bracket geschoven werd).
|
Detail uit een
advertentie bij de introductie van de kunststof-kettingkast van De Woerd
(Tweewieler, 13 februari 1976)
|
Hoewel het gebruik
van kunststof voor kettingkasten bij sommige fietsfabrikanten aanvankelijk op scepsis stuitte werd dit type
uiteindelijk de standaard voor stadsfietsen en zijn lakdoek-kettingkasten tegenwoordig nog alleen maar op
nostalgiemodellen te vinden. In het vervolg kwam De Woerd ook met uit kunststof vervaardigde kettingranden
voor derailleurfietsen en half open kettingschermen voor kinderfietsen en de vervangingsmarkt.
Personeel
De omvorming tot een kunststofverwerkend bedrijf legde De
Woerd geen windeieren. Terwijl in de beginjaren zo'n 200 kettingkasten per week geproduceerd werden waren dat
bij het 60-jarig bestaan in 1979 10.000. Met de jasbeschermers, kettingschermen en windschermen erbij kwam het
totaal op ongeveer één miljoen artikelen per jaar. Overigens liep de vraag naar kettingkasten voor de
vervangingsmarkt in Nederland in de jaren 70 terug. Met andere woorden: er werd minder vaak bij een fietsreparatie
een nieuwe kettingkast gemonteerd.
Voor de spuitgietmachines en de bijbehorende gereedschapsmakerij was meer ruimte
nodig. Dus werd in 1979 een nieuwe, 2.400 m2 grote bedrijfshal in gebruik genomen waarmee de totale
bedrijfsoppervlakte op 4.400 m2 kwam. Ook de personeelsbezetting bereikte in de jaren rond die tijd de hoogste
stand met tussen 70 en 90 mensen (exacte cijfers zijn niet bekend) waarvan zo'n 30 gastarbeiders. De
omschakeling op kunststof had hier echter geen verhogende invloed op, eerder in tegendeel. De fabricage van
doeken kettingkasten - tot midden jaren 60 overigens nog gemaakt van lijnoliedoek en daarna van zeildoek met
een pvc-laag - was veel bewerkelijker geweest dan die van kettingkasten uit kunststof.
De verstandhouding tussen directie en personeel was goed. Willemine
Looijen-van der Woerd streefde net als haar moeder naar een hechte band met "de jongens" zoals ze
de medewerkers noemde en zocht het contact door veel op de werkvloer te zijn. Ze herinnerde zich in 1979:
"Bij ons 25-jarig huwelijk boden de jongens mijn man en mij een 15-daagse reis naar Israël aan. Onze
kantoormensen hadden in het geheim al mijn afspraken voor die periode geannuleerd. Als ik daaraan terugdenk,
krijg ik tranen in mijn ogen." /2/
Veel personeelsleden bleven het bedrijf decennialang trouw, meerdere van hen
konden hun 40-jarig jubileum bij De Woerd vieren. De eerste daarvan was in 1959 bedrijfsleider Hendrik Vaarkamp,
die toen door de burgemeester van Barneveld een eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau op
de borst gespeld kreeg. Op dat moment waren al 8.250.925 kettingkasten door zijn handen gegaan, zo had de
directie berekend. Maar dat was voor Vaarkamp nog lang niet het einde. Bij het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd ging hij gewoon door, de directrice zou hem anders moeten ontslaan, zo merkte
hij op. Pas in 1979 toen hij al wel wat uren geminderd had, hield hij het op 83-jarige leeftijd na 60 jaar
bij De Woerd voor gezien.
|
Uit een verslag van de receptie ter
gelegenheid van het 60-jarig bestaan van De Woerd in de Barneveldse Krant van 22 oktober 1979:
Veel belangstelling van bezoekerszijde
was er voor een tafel waarop een geheel traditionele uit leer bestaande kettingkast vervaardigd werd, leer
dat inmiddels door moderner materiaal vervangen is. Met behulp van een bijna authentieke naaimachine maakten
de 83-jarige H. Vaarkamp, die onlangs 60 jaar bij de firma in dienst was, de 70-jarige A. Bos die
vanaf zijn 15e jaar in de fabriek werkt, en de heer H. Duinkerken, 68 jaar, die zo'n 56 1/2 jaar
kettingkasten vervaardigde, kettingkasten zoals die in de beginjaren van de firma, rond 1919 gemaakt werden.
Ook al zijn de drie heren inmiddels met pensioen, het repen knippen en naaien
ging nog prima. De heer Duinkerken zei het "jammer te vinden dat deze methode van kettingkasten maken
nooit meer terugkomt. Begrijpelijk want een dergelijke werkwijze is vandaag de dag niet meer rendabel, maar
jammer is het wel. Die oude kettingkasten gingen een heel leven mee".
|
|
In de jaren 80 begon het werk terug te lopen en
kwam het tot gedwongen ontslagen. Daarmee kreeg ook Hanneke Looijen te maken toen zij in 1986 als 'de derde
generatie' in het bedrijf kwam. Uit een verantwoordelijkheidsgevoel tegenover de medewerkers werd geprobeerd de
mogelijkheid van een eventuele terugkeer open te houden of hen elders in de omgeving bij bedrijven te plaatsen.
Looijen had aan de hts technische bedrijfskunde gestudeerd, dit in tegenstelling tot
haar moeder en grootmoeder die het bedrijf zonder een specifieke opleiding groot hadden gemaakt. In 1989 nam
Looijen de leiding over. Haar moeder bleef na haar pensionering actief voor de Woerd en hield zich vooral met
octrooien en modellen- en merkenbescherming bezig.
Uit de periode eind jaren vijftig tot eind jaren negentig zijn er twintig octrooien
van De Woerd die op naam van Willemine Looijen-van der Woerd staan. Naar eigen zeggen waren zo'n acht van deze
ideeën daadwerkelijk van haar en liet ze deze door de technische mensen in het bedrijf verder uitwerken /5/.
Haar belangrijkste uitvinding was ongetwijfeld de kunststof-kettingkast.
In 2010 organiseerde het Nederlands Octrooicentrum ter gelegenheid van het
100-jarig bestaan van de Rijksoctrooiwet een reizende tentoonstelling over Nederlandse octrooien. Daarin was ook
de kunststof-kettingkast opgenomen en de 87-jarige Willemine Looijen-van der Woerd viel de eer te beurt om de
tentoonstelling in Delft te openen. TNT Post gaf voor dezelfde gelegenheid een postzegelvel uit met tien
Nederlandse uitvindingen waaronder de kunststof-kettingkast.
Toen het vakblad Tweewieler in 1979 tegenover Looijen-van der Woerd het thema
vrouwelijke directeur ter sprake bracht antwoordde zij: "De branche weet inmiddels wel dat er bij De Woerd
een vrouw aan het hoofd staat. Dat geeft geen speciale moeilijkheden. In het begin kwam het nog wel eens voor dat
afnemers en leveranciers op beurzen aarzelden technische details met mij te bespreken, maar als ik dan liet
blijken ook op dat gebied 'mijn mannetje te staan' stond niets meer een goed zakengesprek in de weg. Dat neemt
niet weg, dat je als vrouwelijke ondernemer voor een dubbele taak staat en maar weinig tijd overhoudt voor een
privé-leven." /2/
De laatste 30
jaar
Aan deze dubbele belasting door werk en gezin was later ook
haar dochter Hanneke Looijen onderworpen. Dat juist zij het stokje van haar moeder overnam kwam omdat zij het
wel zag zitten om in het bedrijf te gaan terwijl haar oudere broer geen interesse had. Toen ze in 1986 direct
na haar hts-studie bij De Woerd kwam werken, zo legt ze uit, was de afspraak dat ze het bedrijf alleen zou
overnemen als ze ook daadwerkelijk voor deze taak geschikt en enthousiast zou blijken. "Tenslotte zijn
alle medewerkers én hun gezinnen financieel afhankelijk van een bedrijf en daar moet je verantwoord mee
omgaan." Dat bleek goed te zitten. "In de eerste jaren merkte ik dat ik productontwikkeling en het
werken met kunststoffen erg leuk vond. In samenwerking met designbureaus zoals Flex Development uit Delft en
Peter van der Veer hebben we vele mooie producten in de markt gezet, waaronder de Chain Disc die een gat in
de (mountainbike)markt was eind jaren 80 én voor De Woerd een mooie omzetbasis voor de toen noodzakelijk
groei van de organisatie. Wim Gerritse was in die jaren mijn technische steun en toeverlaat, zelfs tot ná
zijn pensionering."
De export speelde voor De Woerd tot de jaren 70 nauwelijks een rol. Gesloten
kettingkasten werden buiten Nederland niet veel gevraagd. Maar met de halfopen kunststof kettingschermen begon
de verkoop naar het Europese buitenland op gang te komen: van 10 % van de totale omzet eind jaren 70
tot uiteindelijk rond de 50 %.
|
Hanneke Looijen
met de Butterfly-jasbeschermer (productbeschrijvingen Gelderse Vormgevingsprijs 1995)
|
In 1995 bracht De Woerd in samenwerking met Flex
Development de Butterfly op de markt, een jasbeschermer van kunststof, bestaande uit twee identieke, verdraaibare
delen. Hij was eenvoudig te produceren, mooi vormgegeven en vooral praktisch: door de twee helften iets te
verdraaien paste hij zowel op 26"- als op 28"-fietsen en bovendien kon zo ruimte gemaakt worden voor
een eventueel ringslot en/of velgrem. Van de gewone jasbeschermer met aluminiumframe was een groot aantal
uitvoeringen nodig om deze verschillen op te vangen. De Woerd en Flex Development ontvingen voor de Butterfly de
1e prijs "Best of Category" van de G.I.O.-jury (Goed Industrieel Ontwerp). De Butterfly verkocht
goed maar kon de traditionele jasbeschermer nooit echt verdringen.
Ook in de jaren daarna bleef De Woerd innoveren en zijn producten regelmatig
vernieuwen. Tegelijkertijd bleef men ook trouw aan de eigen afkomst: er werden nog steeds lakdoek-kettingkasten
gemaakt en klanten konden zelfs een oude kettingkastbeugel naar de lakdoekafdeling opsturen om hem opnieuw te
laten bekleden. Dat gebeurde vooral met kettingkasten in extra grote maten zoals tandemkettingkasten. Het was
niet winstgevend maar een tegemoetkoming aan de klanten. /8/
Eind 2007 besloot Hanneke Looijen om het bedrijf aan slotenfabrikant Axa Stenman
in Veenendaal te verkopen: "Het bedrijf draaide toen heel goed en we stonden bekend als zeer innovatief op
ons gebied. Maar de markt was aan het veranderen en de druk op productinnovaties en nieuwe designs werd steeds
groter. De Woerd had zulke mooie maar grote innovatieve ideeën op de plank liggen dat een krachtenbundeling
gewenst was. Want deze ideeën betekenden grotere investeringen met grotere risico's voor een relatief klein
bedrijf als De Woerd." Daarnaast wilde ze meer tijd voor haar gezin hebben zolang de kinderen nog niet
volwassen waren. "Om eerlijk te zijn heb ik nooit spijt gehad van deze grote stap. Uiteraard is overleg
met mijn moeder daaraan voorafgegaan."
Zo kwamen de 38 medewerkers die De Woerd toen nog telde in handen van een nieuwe
baas. Ruim een jaar later, in maart 2009, maakte Axa bekend dat de eigen activiteiten in Veenendaal gecentraliseerd
werden, de De Woerd-fabriek in Barneveld werd gesloten.
100 jaar na de oprichting van De Woerd is Axa met de Axa/De Woerd-kettingkasten
een van de twee overgebleven fabrikanten van kettingkasten (naast Hesling) en de enige die nog lakdoek-kettingkasten
maakt.
|
Vijf logo's van
De Woerd in chronologische volgorde. Het laatste werd vanaf 1973 gebruikt toen "De Woerd AZ
Kettingkastenfabriek NV" veranderde in "De Woerd BV".
|
Met dank
aan Hanneke Looijen en het Gemeentearchief Barneveld.
|
Bronnen
voor zover niet in het artikel vermeld:
/1/ Notariële akten Gemeentearchief
Barneveld via www.archieval.nl
/2/ Tweewieler, november 1979, p. 18-20
/3/ Barneveldse Krant, 16 november 1973
/4/ Barneveldse Krant, 18 oktober 1979
/5/ NRC Handelsblad, 25 juli 1996, via www.nrc.nl
/6/ Belgisch octrooi 512384, aangevraagd 25 juni 1952
/7/ Persoonlijke mededeling Gerard den Hertog
/8/ Persoonlijke mededeling Hanneke Looijen
|
Copyright by
Herbert Kuner, © 2019 ...
All rights reserved.
Last update: 12-10-2019
|