|
|
|
Simplex
zweeffiets uit 1953 of 1954 in de versie met terugtraprem. Het zadel is
hierbij opgehangen aan een bladveer die onderdeel is van de
frameconstructie. Ook in de voorvork zit een beperkte mate van vering door middel van
een schommelbeweging rond het kroonstuk (waar zich rubber blokjes bevinden), die door de
bladveerconstructie vóór het balhoofd verend wordt opgevangen. Al met al resulteert dit
in een fiets met een vrij ongewoon uiterlijk.
|
|
|
Om te zorgen dat
zadel en voorvork alleen verticaal veren en niet naar opzij zwabberen zijn
ze voorzien van geleideconstructies. De ronde moer bovenaan de geleiding in de "zadelbuis" kan
tevens losser en vaster gedraaid worden, waarmee de stroefheid van de veerbeweging kan worden aangepast
aan de wensen (en het lichaamsgewicht) van de berijder.
|
|
De zweeffiets is
maar in een relatief kleine oplage gemaakt: hij was duur, en hij viel wat
de verkoop betreft tegen, waardoor hij maar ca. 2 jaar gebouwd werd. Omdat
de fietser zich bij het trappen constant omhoog duwt, verdwijnt een deel
van de trapenergie in de op en neer gaande bladveer.
|
|
De Simplex
zweeffiets uit de folder van 1953. De fiets was toen leverbaar met
terugtrapremnaaf of met kabelbediende trommelremmen (bediening met
remstangen was vanwege de vering in de vorkkroon niet handig). Het model
werd standaard met zwart gelakte velgen afgeleverd. Vooral de uitvoering
met trommelremmen was met f 260,- behoorlijk aan de prijs.
Zie ook de tekening van het prototype van deze fiets uit 1949 onder octrooien. |
|
Copyright by
Herbert Kuner, © 2008 ...
All rights reserved.
Last update: 21-09-2011
|