|
|
|
Een
originele balhoofdplaat of transfer voor het "Kameel" is
uiteraard niet meer beschikbaar. Op het balhoofd komt derhalve geen merk
te staan. Maar op de zadelbuis permitteer ik me een vooroorlogse transfer
"Nederlandsch Fabrikaat" te plakken. Dat benadrukt de
Nederlandse afkomst van de fiets, en de kans is groot dat oorspronkelijk
ook wel een vergelijkbare transfer op het frame zat.
Bij het plakken van laktransfers
moet een vast procédé worden gevolgd. Een laktransfer bestaat uit drie lagen:
de deklaag met opdruk, de transferdrager en de transfer zelf. De twee eerste zijn van
papier, de transfer zelf is van cellofaan. Voor het opbrengen van
laktransfers moet beslist blanke celluloselak op terpentinebasis worden gebruikt omdat anders
de cellofaan-transfer oplost. Geen nagellak of andere blanke lak die sneldrogend is en thinner
als oplosmiddel heeft! Een van de weinige nog in de handel verkrijgbare, hiervoor geschikte
laksoorten is Epifanes Bootslak
Blank.
|
|
|
Allereerst wordt nu de transfer uitgeknipt. Dat hoeft
niet op de milimeter precies, er blijft nog een randje staan. Nu wordt de zilveren achterkant van de transfer (cellofaan) met de vinger
heel dun en volledig met de blanke lak ingesmeerd. De lak moet vervolgens zo’n 15 minuten drogen tot hij al bijna droog is
en nog net aan de vinger plakt. Dan wordt op een hoek de papieren deklaag
een stukje losgemaakt en vervolgens wordt deze deklaag voorzichtig
verwijderd. Op deze wijze wordt de transfer gesplitst, d.w.z. de papieren
deklaag wordt van de transfer + transferdrager afgetrokken.
|
|
De resterende transfer, die dus uit twee flinterdunne lagen
bestaat, wordt met een pincet voorzichtig vastgepakt en boven de schone en vetvrije buis precies gepositioneerd. Dan wordt
hij op de buis geplakt en vanuit het midden volledig gladgestreken, zodat er geen plooien of luchtbellen ontstaan.
|
|
Nu moet de lak minstens
één dag goed drogen
voordat de papieren transferdrager losgeweekt en afgetrokken kan worden. Daarvoor wordt met een vochtige spons op de
transfer gedept en kan het vocht vervolgens eventjes op de drager inwerken. Dit is een kritieke stap: is de drager niet
nat genoeg dan laat hij straks niet los, maar als er teveel of te lang water inwerkt dan neemt het cellofaan vocht op.
Het gaat dan opkrullen en wordt craquelé.
Na het voorzichtig lostrekken van de transferdrager is het eigenlijke
plakken klaar. Om de zeer kwetsbare transfer te beschermen wordt nog een Epifanes-vernislaag opgebracht, maar pas nadat de
transfer minimaal een dag volledig kon drogen. De cellofaan van de transfer heeft altijd toch iets vocht opgenomen en dat
moet er eerst uit, anders zouden bubbels kunnen ontstaan. De beschermlak wordt dun met een penseeltje op de transfer
geschilderd. |
|
Met dank aan Gerlof Langerijs
|
Copyright by
Herbert Kuner, © 2005 ...
All rights reserved.
Last update: 25-09-05
|