|
|
|
|
|
De
fiets van J.H. Littooij: "het Kameel" (1929) |
In 2000 verhuisde
Johannes Hendricus Littooij, geboren op 23 augustus 1909, van zijn
zelfstandige woning naar een verzorgingshuis. Bij zijn inboedel hoorde ook
een fiets die hij al ruim 70 jaar koesterde en waarvoor nu een goed nieuw
onderkomen werd gezocht. Zo kwam deze fiets in mijn bezit. De fiets, die
binnen de familie Littooij de bijnaam "het Kameel" droeg, werd in
het verleden intensief gebruikt en was daardoor in vrij slechte staat. Maar
door zijn grote framehoogte, de stevige bouw en ook zijn bijzondere
geschiedenis leek een volledige restauratie niet alleen nodig maar ook de
moeite waard.
|
Het Kameel
in 2000, vóór de restauratie |
De
fietser: J.H. Littooij (1909 - 2003)
Littooij was een vervent
fietser. Over de fiets en waarvoor hij werd gebruikt vertelden
Littooij's twee zonen nog allerlei herinneringen en anekdotes. "Pa
was zijn leven lang vegetarier, nietroker en geheelonthouder, iets wat hij
van zijn ouders had meegekregen. Hij had een
sterke constitutie en was nooit ziek. De fiets
kreeg de bijnaam 'het Kameel' omdat vader in zijn tijd vrij groot was (1,83 m) en de
fiets er ook zo uitzag. Pa geloofde sterk in de voordelen van fietsen met gestrekte benen.
Zoals alle kamelen was dit beest bedoeld voor lange afstanden."
"De fiets is in 1929 gebouwd door Toon Cornelissen van Rijwielhandel Tongo in de
Tongelresestraat te Eindhoven. De bagagedrager is 'custom built' door F.X. Meijer in Soest. Onze vader heeft
hem gekocht om in de weekenden van zijn ouderlijk huis in Soest naar Eindhoven te rijden, waar hij bij Philips
werkte. De fiets was altijd origineel als doortrapper uitgerust. Onze vader vond een doortrapper de eenvoud
zelf en ook lichtlopend."
"Er is heel wat op afgefietst van Zeeland naar Friesland of Limburg
etc. Zware kisten van de kampeeruitrusting, die dan per bode over waren gestuurd, werden op deze fiets van het bode-huis
naar het kampeer terrein gebracht en vice versa."
|
|
J.H. Littooij met zijn zoon Hans, kamperend in de duinen van Terschelling |
"Toen wij een keer van een vakantie op Terschelling terugkwamen,
na een trip over de wadden en het IJsselmeer met een schuit van Rederij Doeksen, brak de ketting van de tandem die
mijn broer en ik reden. Het werd al donker en onze vader duwde ons met bagage en al van Amsterdam naar Bilthoven.
Hij op het Kameel, wij met onze bagage op de tandem."
Dat de fiets geen vrijloop had kwam ook
weleens slecht uit: "De eerste jaren na de oorlog fietste Pa soms vele maanden lang op en neer naar Utrecht. Hij werkte daar op een Philips
filiaal als het cursuswerk - hij gaf anders in het hele land
elektrotechnische cursussen aan Philips-handelaren - stil lag. Op een dag kwam
hij s'morgens terug naar huis, gekleed in een overall. Wat was er
gebeurd? De pijp van z'n nette broek was tussen de ketting van de doortrappende Kameel geraakt. Het geweven goed rolde af
omdat hij niet kon stoppen en na een paar tientallen meters was een pijp van zijn broek weg. Hij stond letterlijk in
zijn onderbroek. Een aardige vrouw, waarschijnlijk schuddend van het lachen, leende hem een overall
om 'gekleed' naar huis te kunnen."
Dat Littooij op zo'n eenvoudige, zware fiets
reed, veel kampeerde en nooit vlees, alcohol of een sigaret aanraakte, had
met elkaar te maken. Zijn ouders hadden zich in 1910 aangesloten bij
"Chreestarchia", een gemeenschap van voorstanders van een
oorspronkelijke en eenvoudige leefwijze. Littooij's vader was oprichter en
eigenaar van boekenwinkel en uitgeverij Chreestarchia en gaf veel boeken en vertalingen
van Felix Ortt uit, een christen-anarchist en humanitarist, medeoprichter van
Stichting Chreestarchia en tevens een van de kopstukken van de Nederlandse
vegetariërbeweging. J.H. Littooij bleef zijn hele leven lang trouw
aan de idealen van zijn ouders. Hij overleed op 19 april 2003, 93 jaar oud.
|
De
fietsenmaker: A.P. Cornelissen, rijwielhandel "Tongo", Eindhoven
Over de zaak
van Toon Cornelissen zijn maar een paar gegevens bekend. Van 1928 dateert de vermelding dat Cornelissen
was erkend door het Centraal Bureau voor de Rijwielhandel (CBR) en dat de zaak toen aan de Goorstraat 27
zat, een zijstraat van de Tongelresestraat. Omdat hij bovendien in hetzelfde jaar trouwde is het aannemelijk
dat de zaak daadwerkelijk in 1928 is opgericht.
In het Eindhovense adresboek van 1934 staat Cornelissen twee keer vermeld: als
rijwielhandelaar A.P. Cornelissen en onder zijn bedrijfsnaam Rijwielhandel Tongo, het adres is telkens
Tongelresestraat 188E. Eind 1934 ging Cornelissen failliet maar hij kon de zaak uiteindelijk voortzetten.
Op een hinderwetvergunning die Cornelissen in 1939 werd verleend, is als adres Tongelresestraat 226
aangegeven. Cornelissen dreef daar toen een moffelinrichting voor rijwielen. Op 11 maart 1940 overleed
Cornelissen plotseling, de rijwielhandel werd twee maanden later officieel opgeheven.
|
Erkenning
van Toon Cornelissen door het CBR in 1928 (links, bron: Orgaan voor
het
Rijwiel- en Automobielbedrijf). Vermelding van Rijwielhandel Tongo in
het
Eindhovense adresboek van 1934 (rechts, scan: H. van Melis)
|
Een collega van Cornelissen uit de jaren '20 was de Eindhovense
fietsenmaker Frans Jansen, gevestigd aan de Boschdijk 258, die het eigen
merk "de Driekleur" voerde. Deze zaak is later overgenomen door
zijn zoon Theo Jansen (geboren 1916), die zich Cornelissen nog herinnert. "Het
was een hele bekende fietsenmaker in het stadsdeel Tongelre. Er waren in
Eindhoven maar drie fietsenmakers die zelf complete fietsen bouwden, dat
waren mijn vader, Cornelissen en Frans van Rooij. Het waren goede
vakmensen." Onder welk merk verkocht Cornelissen de zelfgebouwde
fietsen? "Ik meen onder het merk Tongo, maar dat weet ik niet meer
zeker."
De
fiets: "Tongo"(?) zelfbouwfiets, framenr. 198
Fietsenmakers die zelf
fietsen bouwden deden dat meestal in tijden als het minder druk was, of
in de avonduren. Ze kochten lugs en buizen en soldeerden daarvan een frame, dat vervolgens zelf gemoffeld en gebiesd en ten slotte afgemonteerd
werd. De prijs lag iets onder die van de grote merkfietsen. Maar Littooij
zal niet de prijs voor ogen gehad hebben maar een fiets gemaakt naar zijn
persoonlijke wensen.
Eén van die wensen was volgens de
overlevering, dat het Kameel groen gemoffeld werd. Fietsen in een andere kleur
dan zwart waren in 1929 nog een zeldzaamheid, al behoorde kleurlak ook
toen al lang tot de mogelijkheden.
Het frame moest zo hoog mogelijk zijn. Dat
betekende voor
Littooij's lengte een framehoogte van 28" (71 cm). Cornelissen ging daarvoor
uit van een frame met standaard lengte (bovenbuis 61 cm, framewijdte
55,5 cm) en standaard balhoofdhoek van 65°. Om de instabiliteit van
zo'n hoog frame te compenseren kreeg het frame een tweede bovenbuis. Tot
zover is de fiets hetzelfde als wat ook bij de grote fietsfabrieken
besteld kon worden.
Op verzoek van Littooij monteerde
Cornelissen een voorvork voor dienst-/transportfietsen. Deze is niet
alleen extra zwaar maar heeft ook erg ver doorgebogen vorkscheden (zgn.
vorksprong van 13 cm), waardoor de fiets een buitengewoon lange
wielbasis van 125 cm krijgt. Ook de gekozen wielmaat was een
typische transportfietsmaat: 28 x 1 3/4" in plaats van
de gebruikelijke 28 x 1 1/2".
De fiets had geen vrijloop in het achterwiel en
geen achterrem. Er was alleen een bandrem die op de voorband duwde.
Voor het nog niet zo drukke stadsverkeer in 1929 en vooral voor ritten buiten de
steden was dat voldoende. Kort na de oorlog veranderde de
situatie echter en liet Littooij de fiets ombouwen. Er werd een voorwiel met trommelrem ingebouwd in de iets
grotere wielmaat 28 x 1 1/2". Voor- en achterwiel
waren dus niet meer gelijk. De bandrem kwam te vervallen, het voorspatbord
werd vervangen, en om de trommelrem te kunnen bedienen werd een remkabel
met remgreep gemonteerd, in plaats van de gebruikelijkere stangbediening.
Voor de remgreep moest ook nog het stuur worden vervangen.
Daarnaast dateert ook de trapas van die
tijd, vermoedelijk was de originele trapas door intensief gebruik toen al
versleten. En last but not least werd de fiets opnieuw gelakt - nu in
zwart - en werden transfers van het fantasiemerk "Coventry
Express" op balhoofd en schuine buis geplakt. Het Kameel had een
grondige metamorfose ondergaan.
|
De
restauratie (2000 - 2005)
De restauratie duurde
door priveomstandigheden erg lang. Maar er moest ook veel gebeuren aan
deze fiets. Bij de te maken keuzes tijdens de restauratie waren
verschillende aspecten bepalend:
- De oorspronkelijke nieuwstaat van de fiets is niet precies bekend en er
bestaan ook geen catalogus-specifikaties voor. Aan de andere kant heeft de
fiets een individuele geschiedenis, die in dit geval belangrijker is. Daarom blijven zoveel mogelijk
onderdelen - ook niet originele - gehandhaafd. De fiets geeft de keuzes
van zijn vroegere gebruiker weer.
- Ik ben perfectionist noch een purist. Belangrijk is wel dat de fiets na de
restauratie technisch in orde en prima te gebruiken is.
- Binnen deze genoemde
grenzen moet het een nette fiets worden die qua uiterlijk bij haar
leeftijd past.
|
|
Voor
alle technische hulp en voor hulp bij het onderzoeken van de geschiedenis van
deze fiets wil ik Gerlof Langerijs, Hans van Melis en Vincent van Eerd
hartelijk bedanken. Bijzondere dank voor hun geduld en begrip voor mijn
vele vragen gaat naar Hans en Marijn Littooij.
|
Copyright by Herbert Kuner, ©
2005 ...
All rights reserved.
Last update: 25-09-2019
|