|
|
|
Nu
de kettingkast monteren. Het kettingkastframe wordt van tevoren tegen
verder roesten geschilderd. Om het lakdoek te knippen worden - uitgaande
van het gat voor de crank - alle afstanden en diameters op de fiets
gemeten en op het doek afgetekend. Achter moet het gat ovaal zijn zodat
het wiel bij het spannen van de ketting ruim een half inch naar voren en
naar achteren kan. Alles moet bij de kettingkastmontage vrij precies in
het midden van de beschikbare ruimte zitten en de tandwielen voor en
achter moeten mooi in het midden van het kettingkastvlak lopen, om later
geen problemen met aanlopen te krijgen.
|
|
|
Bij de
montage van de ketting ontstaan problemen. Het eerste is dat de nieuwe
ketting te kort is - het achterframe van de fiets is zo lang dat daar bij
moderne kettingen geen rekening mee wordt gehouden. Dus koop ik twee
kettingen en pons een stuk van de ene aan de andere vast.
Nu goed? Nee. De ketting
past niet op het tandwiel (zie foto) omdat hij de smal is. De tanden van
het kettingwiel blijken niet de standaarddikte van 3 mm te hebben
maar 4 mm. Ik had het kunnen weten - het Kameel heeft kenmerken van
een zogenaamde dienstfiets (verzwaard model herenfiets) en daar past een
zwaarder kettingwiel voor een transportfiets bij. De ketting moet dus niet
1/8" maar 3/16" breed zijn. Een echte transportfietsketting is
bij de fietsenmaker niet meer verkrijgbaar, dus moet ik een
bromfietsketting monteren (deze is ook 3/16" breed, maar in een nog iets
zwaardere kwaliteit). Of beter gezegd: twee bromfietskettingen.
|
|
Nu
kettingkast, ketting, wielen, zadel en stuur monteren en een eerste
proefrit maken! Het Kameel rijdt eindelijk weer, en wel heel prettig. Hij
spoort goed, de voorrem trekt goed en de rijeigenschappen blijken zeer
comfortabel te zijn. Niet vreemd, met zo'n grote wielbasis, schuin
balhoofd en een zo ver doorgebogen voorvork.
Wat nu nog ontbreekt
is de bagagedrager en de verlichtingsinstallatie.
|
|
Copyright by
Herbert Kuner, © 2005 ...
All rights reserved.
Last update: 30-10-05
|