home

 
Navigatie

 



Käuderer en Seitzinger: twee fietsenmakers met passie


Den Haag kende vroeger niet veel fietsmerken en -bedrijven die landelijk bekend waren. De grootste fietsenfabriek van de residentie was fictief: Het roman "Succes" uit 1926 vertelt het verhaal van de Haagse Van Rhedum Rijwielfabriek, waar volgens schrijfster Jeanne Reyneke van Stuwe al kort voor 1900 meer dan 20.000 fietsen per jaar werden geproduceerd. Rijwielfabriek De Vierkleur was wél echt en zeer bekend, net als de firma P. van der Lely met haar invalidefietsen, brancards en bakfietsen. Bandenfabrikant Vredestein uit Doetinchem/Enschede is in 1909 in Loosduinen begonnen. Onder fietsenliefhebbers minder bekend is Van Heijst & Zonen, een groot metaalverwerkend bedrijf dat voor de oorlog voor de fietsenindustrie sturen, voorvorken en kettingwielen produceerde.

     Daarnaast waren er zoals overal de grossiers en de vele fietsenmakers van vroeger. Twee van deze inmiddels vergeten rijwielhandelaren zijn J.J. Käuderer en J.L.A. Seitzinger. Hun zaken zijn allebei rond 1900 opgericht en in de jaren '60 en '70 weer verdwenen. Tussen beide bestaan een aantal overeenkomsten. Käuderer en Seitzinger zetten zich allebei ervoor in hun vak en hun beroepsgroep op een hoger plan te tillen. Het waren vakmensen in hart en nieren die hun kennis wilden delen en die - door functies binnen de BRHN te bekleden - het beroep van fietsenmaker wilden beschermen.

     De BRHN, de Bond van Rijwielherstellers en -Handelaren in Nederland, werd in 1903 opgericht en was de eerste en de grootste kleinhandelsorganisatie in de rijwielbranche. De organisatiestructuur was decentraal: overal waar voldoende leden gevonden werden werd een plaatselijke of streekgebonden BRHN-afdeling opgericht, en in de herfst kwamen vertegenwoordigers van de plaatselijke afdelingen voor de grote jaarvergadering bijeen om over voorstellen uit de regio te beslissen en een hoofdbestuur te kiezen.

     De afdeling Den Haag werd in 1905 opgericht. Dat het accent bij de Bond op het lokale niveau lag is niet verwonderlijk: dáár werd ook het meeste werk verricht. Het doel was in de eerste jaren om prijsvechters, stuntverkopen en ondeskundige reparateurs die voor een dubbeltje werkten aan te wijzen en te bestrijden, en zoveel mogelijk "goede" vakbroeders voor de strijd van de Bond te winnen. Seitzinger was een van de BRHN-leden van het eerste uur. Käuderer daarentegen - met lidmaatschapsnummer 2367 - viel pas vanaf de jaren '20 op met zijn werk voor de Haagse afdeling van deze bond.

 

Johannes Jacobus Käuderer (1878 - 1965)

J.J. Käuderer was een geboren Hagenees. Hij trouwde in 1907 met de zes jaar jongere Maria Helena Bruin. Het paar bleef kinderloos. /1/ Zijn rijwielzaak opende Käuderer op 1 augustus 1900 aan de Elandstraat 50, samen met zijn vriend F.A.J. Simonis. In 1901 droeg de winkel al het predikaat bondsrijwielhersteller (van de ANWB) en werden fietsen onder het eigen merk Simson verkocht. Bovenaan een factuur uit 1906 staat te lezen: "Simonis en Käuderer, fabrikanten der Simson-rijwielen, herstelplaats voor rijwielen en machineriën, metaaldraaiers, emailleren, vernikkelen."

 

Käuderer en Simonis
(De Rijwiel- en Motorhandel, 1 augustus 1925)

 

Ergens tussen 1906 en 1910 gingen de twee compagnons al weer uit elkaar en verlieten beide de Elandstraat. Simonis opende een zaak aan de Hobbemastraat 106 (later verplaatst naar nr. 118) en Käuderer verhuisde zijn bedrijf naar de Westerbaenstraat 443-449, vlakbij zijn oude adres. Opmerkelijk is dat Käuderer bij zijn huwelijkssluiting in 1907 juist uit zijn woning aan de Westerbaenstraat 449 weg verhuisde naar de Copernicuslaan 72.

Heraut-balhoofdplaatje Heraut-merkplaatje

     Terwijl Simonis als rijwielreparateur in de oude adresboeken staat, noemde Käuderer zichzelf toen rijwielfabrikant. In 1911 deponeerde hij het eigen merk "De Heraut" dat hij tot de beëindiging van zijn zaak zo'n 50 jaar later aanhield. Begin jaren '20 opende Käuderer een winkel aan de Elandstraat 58, mogelijk omdat hij toen al wist dat het deel van de Westerbaenstraat waar zich zijn fietsenmakerij bevond in 1926 gesloopt zou worden om plaats te maken voor de nieuwe Vondelstraat.

     Eveneens in de jaren '20 opende Käuderer op zijn woonadres Copernicuslaan 72 een rijwielhandel en werd de Elandstraat 58 een filiaal met medewerker A.J. Borsboom als filiaalhouder. Dit bleef tot 1953 zo. Met twee vestigingen en een handvol medewerkers runde Käuderer een verhoudingsgewijs grote zaak met aanzien. Käuderer's hoofdmerk was Gazelle
.

Käuderer en de BRHN

Käuderer en Simonis zaten in de jaren '20 allebei een aantal jaren in het bestuur van de afdeling Den Haag van de BRHN. Simonis werkte als kalme en betrouwbare penningmeester, terwijl Käuderer veel tijd stopte in het werven en voordragen van nieuwe bondsleden. Wie lid van de BRHN wilde worden kwam eerst op een kandidatenlijst en kon pas na inspectie van zijn zaak als volwaardig lid worden aangenomen.

     Met name in 1924 nam het ledental van de afdeling Den Haag een stormachtige ontwikkeling. Dat was te danken aan het werk van Käuderer en afdelingssecretaris H. Priem. Eind februari haalde Priem het honderdste lid binnen en kreeg hij daarvoor van het bestuur een verguld zilveren bondsinsigne overhandigd. Vijf maanden later brachten Käuderer en Priem al het honderdvijftigste lid aan. /2/

     Met dit grote aantal nieuwe leden organiseerde het bestuur op 10 september 1924 een excursie naar de Vredestein-fabriek in Loosduinen. 45 BRHN-fietsenmakers werden daar rondgeleid en kregen uitleg over de productie van fiets- en autobinnen- en -buitenbanden. /3/

     In een artikel ter gelegenheid van hun 25-jarige zakenjubileum prijst bestuurslid Seitzinger Käuderer en Simonis niet alleen voor hun belangrijke bondswerk, maar schetst hij ze ook als rasechte fietsenmakers en rijwielherstellers "die nog lust in hun vak hebben". /4/ Techniek en vakkennis waren voor Käuderer altijd belangrijker dan handel en reclame.

 

Haagse rijwielhandelaren bij Vredestein
Haagse rijwielhandelaren in de ontvangstzaal van de Vredestein-fabriek in Loosduinen.
Rechts half staand: J.J. Käuderer (De Rijwiel- en Motorhandel, 27 september 1924)

 

Käuderer maakte niet alleen fietsen, hij pakte ook andere klussen aan als het om het belang van de BRHN ging. Zo had hij een koperen wapenschild voor het BRHN-secretariaat aan het Surinameplein in Amsterdam gemaakt dat daar tot aan de bezetting hing. Ook fabriceerde hij van rijwielbuis een hek voor een beursstand van de BRHN. /5/ Maar belangrijker was Käuderer's betrokkenheid bij het vakonderwijs vanaf de jaren '30.

Het vakonderwijs in de rijwielhandel

Het vraagstuk van een gedegen opleiding voor fietsen- en motorhandelaren speelde al sinds de oprichting van de BRHN, die de bevordering van het vakonderwijs als een van zijn statutaire doelen had. Sommigen zagen echter niets in het kweken van deskundige concurrenten. De bond was immers mede vanwege de vermeende wildgroei van fietsenmakerijen opgericht en moest ervoor zorgen, dat de betere rijwielzaken weer een redelijke boterham konden verdienen. Zo kwam men op het punt van vakonderwijs jarenlang niet verder dan het publiceren van technische artikelen in het bondsblad "De Rijwielhandel". Pas in 1917 benaderde een BRHN-commissie de Vereniging van Directeuren van Nijverheidsscholen (VDN) om een concept-leerplan in te dienen voor een meerjarige cursus rijwielhersteller voor jonge beginners. De ambachtsscholen verzorgden voor allerlei technische beroepen cursussen en meerjarige opleidingen voor schoolverlaters. Sommige scholen stelden zich tegenover het voorstel van de BRHN terughoudend op, ook vanwege financiële bezwaren. Anderen waren welwillender, maar het resultaat was uiteindelijk beperkt en een volwaardige opleiding kwam niet tot stand. /6, 7/

 

les rijwieltechniek
Leerlingen van (vermoedelijk) een Ambachtsschool tijdens een les 
rijwieltechniek in de jaren '20 - of werd hier alleen de fiets als studieobject 
gebruikt tijdens een les technisch tekenen? (Utrechts Archief)

 

Een aantal plaatselijke BRHN-afdelingen en soms ook individuele fietsenmakers probeerden daarnaast op een andere manier de vakkennis binnen de eigen bedrijfstak te bevorderen: ze gingen zelf cursussen voor de patroons uit de eigen gelederen organiseren. Amsterdam en Veendam begonnen in 1919, niet veel later gevolgd door Haarlem, Rotterdam, Utrecht, Hilversum, Assen en Zwolle. Deze cursussen vonden meestal in de winter plaats omdat dat voor de rijwielhandelaren een rustige tijd was.

 

framebouwcursus Rotterdam
Deelnemers aan de framebouwcursus van de BRHN-afd. Rotterdam in de winter 1923/24
die maar eenmalig werd georganiseerd (De Rijwiel- en Motorhandel, 1 maart 1924)

 

Getuigschrift J.F. Hoff, Amsterdam

 

Ook deze initiatieven waren een wankel geheel - alleen de jaarlijkse cursus in Amsterdam hield minimaal acht jaar stand. Het ging daarbij om een cursus motortechniek. Vanaf 1922 organiseerde de afdeling Amsterdam in samenwerking met de KNMV (motorrijders) en de VDN (ambachtsscholen) ook motorherstellers-examens. Hoewel dit alleen een plaatselijke activiteit zonder officiële of bindende status was, was het toch een belangrijk moment in de aanloop naar een gereguleerde opleiding voor tweewielermonteurs.

     De dictaten uit deze motorcursus werden in 1922 samengevat tot het leerboek "Het moderne motorrijwiel", geschreven door examinator A.J. Nossent en uitgegeven door de BRHN. /6, 8/ In de jaren daarna verschenen nog meer vakboeken voor auto-, motor- en rijwieltechniek, aanvankelijk vooral van de hand van Nossent en van L. Rubens. Deze laatste schreef ook talloze fietstechnische artikelen voor vakbladen en voor de ANWB Kampioen, deels onder pseudoniem.

Afbeelding links: Getuigschrift van de Amsterdamse rijwielhandelaar Frits Hoff Jr. voor het succesvol afgelegde motorhersteller-examen, 1922 (verzameling Hans Hoff)

 

filiaal Käuderer, Elandstraat 58, Den Haag
Filiaal van Käuderer aan de Elandstraat 58 in 1929 (Haags Gemeentearchief)

Käuderer als examinator: "Geef het ventiel de ruimte"

In 1928 achtte de BRHN de tijd rijp om voor rijwielherstellers regelmatig examens voor meester en gezel te organiseren, zoals de Vereniging tot Veredeling van het Ambacht (VVA) dat voor uiteenlopende technische beroepen al lang deed. De bond zocht daarom op landelijk niveau contact met de VVA, en vervolgens werd gezamenlijk zo'n examen uitgeschreven dat op 23 en 24 juli 1929 in de ambachtsschool in Utrecht werd afgenomen. In de 7-koppige examencommissie zaten bekende personen zoals BRHN-voorzitter Baakman, BRHN-secretaris Wels, Burgers-directeur Kilsdonk, maar ook Käuderer's collega Seitzinger.

     Van de 29 kandidaten voor het meestersdiploma en de 9 kandidaten voor het gezellendiploma slaagden driekwart. Het VVA-jaarverslag merkte hierover op: "Alhoewel de Commissie moest verklaren dat een groot deel der candidaten zich onvoldoende had voorbereid, meende zij, dat voor dit eerste examen het koord niet te strak moest aangehaald worden, ook mede in verband met den leeftijd der candidaten". /9/

     De oudste deelnemer was met 50 jaar J.J. Käuderer. Hij slaagde ruimschoots voor het meestersdiploma, net als zijn filiaalbeheerder A.J. Borsboom. Käuderer's knecht A. Heimans was de derde Hagenaar die meedeed, hij mocht zich de eerste gediplomeerde rijwielherstellers-gezel van zijn stad noemen. Als eigenaar van een grote fietsenzaak die al bijna 30 jaar door hem werd gerund had Käuderer het meestersdiploma natuurlijk niet nodig. Maar hij zag het als een eer en wilde het goede voorbeeld geven. /5, 10/

 

emaillebord gediplomeerd rijwielhersteller
Links: emaillebord van begin jaren '30. Rechts: emaillebord van ca. 1940 dat in de jaren '50 
op Käuderer's winkeldeur aan de Copernicuslaan hing. (Foto's: Harrie Marinussen)

 

In de jaren '30 leidde Käuderer jarenlang zelf cursussen en examens in fietstechniek, samen met zijn collega's Laman, Van Herwaarden en Rozendaal, allemaal bestuurders of oud-bestuurders van de Haagse BRHN-afdeling. Daarnaast organiseerde Käuderer plaatselijke beurzen voor fietsfabrikanten, grossiers en kleinhandel alsmede excursies voor fietsenmakers naar Philips, buizenfabriek Robur enz. /5, 11/ 

     Een typische slagzin die Käuderer de cursisten en leerlingen probeerde in te prenten was: "Geef het ventiel de ruimte." Hij werd er later in vakbladen herhaaldelijk mee geciteerd. Maar Käuderer's inspanningen op dit punt mochten niet baten: tegen zijn leus werd en wordt bij het inspaken van fietswielen vaak gezondigd.

Geef het ventiel de ruimte
Zo wilde Käuderer het bij het wielen spaken van
zijn leerlingen zien: maximale ruimte voor het ventiel
om het oppompen te vergemakkelijken

 

Gazelle-reclameboekje
Bladzijde uit een Gazelle-reclameboekje van 1938 
met opgedrukte dealergegevens van J.J. Käuderer: 
"reparatieinrichting met gediplomeerd personeel" 
(Haags Gemeentearchief)

 

Terug naar de fietsenmakers-vakopleiding. Met de opening van de Vakschool voor het Rijwielbedrijf van de REMEC (Rijwiel- en Motorrijwielherstellers Examen Corporatie) in september 1947 in Amsterdam was de weg naar een landelijk geregelde vakopleiding voor aankomende fietsenmonteurs voltooid. Het vakdiploma dat bij de REMEC als centraal exameninstituut kon worden gehaald was inmiddels een vereiste om volgens de Vestigingswet van 1937 een rijwielzaak te mogen runnen. De theorie- en praktijklessen hiervoor werden aan de verschillende ambachtsscholen als avondcursussen gegeven. Meestal duurde het twee à drie jaar voordat een leerling voldoende bekwaam werd geacht om aan het examen mee te mogen doen.

     De examinatoren bij de REMEC waren veelal zelf fietsenmakers. In 1950 werkte ook Käuderer - inmiddels de 70 gepasseerd - nog steeds als examinator voor de REMEC. Vergeleken met voor de oorlog was het peil van de kandidaten volgens Käuderer er niet op vooruit gegaan: "Voor 1940 kwamen de meesten op uit eerzucht. Zij wilden zich onderscheiden, tonen wat zij konden, laten zien meer waard te zijn dan anderen. Tegenwoordig is het examen een verplichting geworden om zich te kunnen vestigen. Het gaat te veel volgens recept, er zitten weinig fut en initiatief bij. De kandidaten zijn beslist veel minder in kennis en vaardigheid!" /5/

     Hoewel Käuderer kennelijk niet zo tevreden was over de gang van zaken in de vakopleiding constateerde het vakblad De Nederlandse Rijwielhandel op 21 november 1952 dat Den Haag vanaf het begin van de gereguleerde vakopleiding onafgebroken de plaats was met het grootste aantal gediplomeerde rijwielherstellers. Dat was zeker niet in de laatste plaats aan de voortrekkersrol van fietsenmakers zoals Käuderer en Seitzinger te danken.

 

Käuderer in 1950
Links: Käuderer in zijn werkplaats. Midden: Jubilaris Käuderer omringd door zijn personeel. 
Rechts: Käuderer met de tandem waarop Juliana en Bernhard hadden gereden. 
(Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf 31 juli 1950 en 30 augustus 1950)

 

De zaak van Käuderer draaide in 1950 nog volop. Met zijn twee winkels en zijn vele personeelsleden kon Käuderer op 1 augustus trots het 50-jarig jubileum vieren, met vlaggen, een fanfareoptocht, veel bloemen en een groot aantal collega's die hun felicitaties kwamen brengen. /12/

Juliana en Bernhard op de tandem van Käuderer, paleis Noordeinde, Den Haag (1936)
Het verloofde paar - Juliana en Bernhard in 1936 (Foto: S.E. Smit)


Een verslaggever van het Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf bezocht Käuderer in juli 1950. Hij was onder de indruk van de inrichting van de werkplaats waar nog Käuderer's diploma uit 1929 hing, maar ook van Käuderer's kantoor met rijen mappen, brieven en boeken. "Wanneer er ooit nog eens sprake mocht zijn van een rijwielmuseum in Nederland, dan zou men dat vanuit het kantoortje van de keer Käuderer moeten gaan opbouwen!" was zijn conclusie. /5/

     De winkel aan de Copernicuslaan herbergde nog een schat: een Gazelle-tandem van 1936 met een bijzonder verhaal, die niet te koop was. Fotojournalist Simon Smit kwam deze tandem in 1936 bij Käuderer's winkel voor twee kwartjes per uur huren en bood hem in paleis Noordeinde aan de pas verloofde prinses Juliana en Bernhard voor een rit aan. De foto's van het paar op de tandem kent nog steeds iedereen. Na de sessie moest Smit smeken om de fiets terug te krijgen, want Bernhard verkeerde in de veronderstelling dat het om een cadeau ging. /5/

     Käuderer's filiaal aan de Elandstraat 58 werd in 1953 overgenomen door zijn trouwe filiaalhouder Borsboom, die de winkel nog 20 jaar draaiende hield tot hij op 71-jarige leeftijd ermee stopte. /14/ Ook Käuderer zelf bleef in de jaren '50 onvermoeibaar doorwerken, zo is uit een kort bericht ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag eind 1958 op te maken, toen hij de vermoedelijk oudste actieve rijwielhandelaar in de residentie was. /13/ Zijn werk was voor Käuderer alles. Voor zijn grote inzet voor het vakonderwijs en de rijwielkleinhandel kreeg hij door Koningin Juliana een onderscheiding van de Orde van Oranje-Nassau toegekend. De ANBOR (opvolger van de BRHN) maakte hem tot erelid. Op 18 augustus 1965 overleed Käuderer op 86-jarige leeftijd. /11/

 

Bronnen:

/1/     Persoonskaart J.J. Käuderer, Centraal Bureau voor Genealogie
/2/     De Rijwiel- en Motorhandel, 1-3-1924 p. 227 en 27-2-1924 p. 548
/3/     De Rijwiel- en Motorhandel, 27-9-1924 p. 700-702
/4/     De Rijwiel- en Motorhandel, 1-8-1924 p. 565
/5/     Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf, 31-7-1950 p. 8-9
/6/     Wels e.a.: "Een kwart eeuw organisatie", gedenkboek t.g.v. het 25-jarig bestaan van de 
         BRHN (1928), p. 43-45
/7/     De Rijwielhandel, 10-5-1919 p. 190-191
/8/     De Rijwiel- en Motorhandel, 1-3-1924 p. 214-215
/9/     Orgaan voor het Rijwiel- en Automobielbedrijf, 2-11-1928 p. 18, en Het Vaderland, 27-7-1929
/10/   De Rijwiel-, Motor- en Autohandel, 19-6-1930 p. 15
/11/   F4, 10-9-1965 p. 869
/12/   Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf, 30-8-1950 p. 5
/13/   De Nederlandse Rijwielhandel, 24-10-1958 p. 1156
/14/   Dossier 47316 Kvk Haaglanden, Nationaal Archief, Den Haag

 

Artikelserie Haagse fietsenmakers:

 

Weet u meer over deze rijwielhandelaren? Opmerkingen en aanvullende informatie graag per e-mail!

 

Copyright by Herbert Kuner, © 2010 ...
All rights reserved.

terug

Last update: 05-02-2017