home

Navigatie

 

Lak- en bieswerk

Zoals met het overige werk van de restauratie heb ik ook de lak van de fiets zoveel mogelijk origineel willen houden. Het was de moeite waard omdat de lak, waar nog aanwezig, erg mooi van glans is. Bovendien was de benaming Simplex Cycloïde op de schuine buis nog nagenoeg intakt. De roestvorming was weliswaar tot aan de letters gevorderd maar met wat voorzichtig schuurwerk moest het lukken om de modelnaam te sparen.

     De keuze om een deel van de lak te behouden betekende dat er een passende lak gevonden moest worden om aan te sluiten bij het originele deel. Je ontdekt dan snel dat zwart niet zo maar zwart is maar dat het in allerlei kleurnuances wordt aangeboden. Bij de eerste verfproeven stak de nieuwe lak wat bruinig af bij de originele. Dat moest ik dus niet hebben. Uiteindelijk heb ik een acryl autolak gevonden die perfect aansluit. Groot voordeel van de lak is dat hij te polijsten is waardoor er een diepere glans ontstaat en de overgangen met de oude lak wat beter na te bewerken zijn. Nadeel van de door mij gebruikte lak is dat hij erg gevoelig voor beschadigen is. Ik heb dit gemerkt bij het monteren, maar in de wetenschap dat dit geen fiets voor dagelijks gebruik gaat worden kan ik er mee leven.

     Een punt bij het bijlakken is de laagdikte van de verf. Spuitbuslak is niet snel dik genoeg, maar door met waterproof schuurpapier de overgangen goed af te schuinen zie je niet dat de nieuwe lak dunner is dan het origineel. Het resultaat is op de foto van het balhoofd te zien: het balhoofd is nog origineel van lak en de bovenbuis is door mij gespoten. Het is niet meer goed vast te stellen waar de overgang tussen nieuwe en oude lak zit.

 

lakwerk

oud lakwerk (balhoofd) en nieuw gespoten stuk (bovenbuis)

 

biezentrekker met geleiding

biezentrekker met geleiding

biezentrekker met geleiding

 

De spatborden heb ik voorbehandeld met een vullende primer om oneffenheden weg te werken. De relatief dunne zwarte lak zou iedere oneffenheid door laten schemeren en dat moest ik voorkomen, temeer daar een spatbord, meer dan een buis, een oppervlak laat zien. Iedere ongewenste vervorming valt dan op. Bij het frame heb ik dit niet toegepast omdat ik bang was om deze grondering ook op de originele lak te krijgen.

     Het biezenpatroon was gelukkig nog over de hele fiets terug te vinden, ik moest deze dus alleen "eventjes" terug aanbrengen.

     Mijn respect voor de ambachtelijke biezentrekkers van weleer groeide spontaan mee met de berg poetsdoeken die ik gebruikte om de door mij aangebrachte foute stukjes bieswerk weer te verwijderen. Nergens zie je 'de hand van de meester' op het oude bieswerk, alles is strak. Het werd snel duidelijk dat ik alleen iets van de strakheid van de oorspronkelijke biezen zou kunnen benaderen door gebruik te maken van mallen, geleiders en afplakband om start en uitloop van de biezentrekker te begrenzen. Ook het mooi evenwijdig laten lopen van twee biezen is uit de losse hand niet te doen. Altans niet voor mij als ongeoefende.

 

Met vallen en opstaan moest ik leren niet altijd dezelfde dag resultaat te willen hebben. Als ik dan doorga "op de verkeerde weg" baal ik later van het resultaat. Zo ook bijvoorbeeld bij het biezen van de spatborden. Bij de eerste poging werd het een hele wiebelige lijn omdat de randen van de spatborden te oneffen zijn om een goede geleiding te bieden aan mijn hand met biezentrekker. Iedere oneffenheid vertaalt zich in de bies, geen gezicht. Na alles opgeruimd te hebben, biezentrekker schoonmaken etc., heb ik een plan gemaakt voor een mal (zie foto).

 

achterspatbord met biesmal

achterspatbord biezen met biesmal

 

Het steunvlak heb ik op de hoogte gebracht die de biezentrekker nodig heeft om op de goede hoogte de bies te kunnen trekken. Door vervolgens iets onder de biezentrekker te plakken kan de tweede bies op de juiste afstand van de eerste worden aangebracht. Het gehele tableau geeft een perfekte ondersteuning voor het spatbord en oneffenheden en verbuigingen ter hoogte van de staande achtervork zijn geen spelbrekers meer. Voor de spatbordstang-bevestigingsstrips had ik gaten in de plank geboord zo dat het spatbord vlak kon blijven. Ik moest nog steeds goed uitkijken maar het resultaat was meteen opvallend veel beter.

     Er is rond het biezentrekken veel te ontdekken. Niet alleen dat de verf uitdroogt in de trekker terwijl je nog bezig bent maar bijvoorbeeld ook dat het nog een kwartslag van het verfgeleidende wieltje duurt voordat de volle lijndikte van de verf "aankomt" op het spatbord. Dit is onmiddellijk zichtbaar in de bies. De foto van het spatbord met plakband laat het goed zien.

 

biezen achterspatbord

biezen op achterspatbord

 

het resultaat

voorvork, biezen nog niet vervaagd

 

Omdat de fiets zijn oud en doorleefd karakter moet behouden en de staat van het nikkel dit ook niet anders dan bevestigen kan, heb ik de biezen daags na het aanbrengen met poetsmiddelen weer wat vervaagd en weggepoetst. De bieslak is na een dag nog niet echt uitgehard, en met een doekje met wasbenzine kun je voorzichtig een deel van de biezen weer verwijderen. Op de originele delen lak zitten de nodige slijtageplekken en omdat ik die niet heb willen invullen met nieuwe lak kunnen de daar aanwezige biezen niet anders dan wat verdwenen zijn, en dat moet daarom ook met de nieuwe biezen gebeuren. Bijkomend voordeel is dat daar waar het biezen aanbrengen niet helemaal goed gelukt is, de poetsdoek wonderen doet! Als je even vergeet dat hier ouderdom geïmiteerd is, is het alsof er de restanten van een strakke bies staan.

     De onderdelen zijn nu klaar om weer tot een fiets gemonteerd te worden. Uiteraard moeten er nog heel wat kleine beslissingen genomen en onderdelen gezocht worden om werkelijk tot een complete en soepel lopende machine te komen. Ik maak op dit soort momenten een lijst met wat er nog moet gebeuren omdat een klein en over het hoofd gezien onderdeel het opbouwen in de weg kan staan. Het is ook altijd wel aardig om eens in de verzamelbak van zo'n fiets te neuzen. Behalve de spullen die het niet gehaald hebben kan er dan plotseling een verloren gewaand onderdeel tevoorschijn komen. Zo kwam ik de vermoedelijk originele voorwielmoeren plus revetten tegen. Redelijk vernikkeld en precies aansluitend tot het uiteinde van de as. Een fraaie ontdekking, of was ik ze gewoon vergeten?

 

 

Copyright by Maarten Waarlé, © 2006 ...
All rights reserved.

terug

verder

Last update: 31-01-2010