Thiadens-advertentie van 26 juni 1897 (Nieuwe Veendammer Courant)

In 1888 begon de smid Heinrich Thiadens in Nieuw-Buinen naast zijn bestaande smidswerk ook fietsen te produceren en te verkopen. Een kleine tien jaar later adverteerde Thiadens als "Nieuwbuiner Rijwielfabriek H. Thiadens & Zonen" en werden onder andere racefietsen onder het merk Thiadens gemaakt. De zonen waren Hermannus en Theodorus, die halfbroers van elkaar waren. Hermannus begon in 1899 een eigen rijwielhandel in Stadskanaal. Niet lang daarna werd de ouderlijke zaak in Nieuw-Buinen officieel overgenomen door Theodorus. Aanvankelijk adverteerden beide zaken met dezelfde naam, alleen onderscheiden door een apostrofje: Theodorus als "Thiadens Rijwielfabriek" en Hermannus als "Thiadens' Rijwielfabriek". Of toen in Nieuw-Buinen of Stadskanaal daadwerkelijk nog sprake was van eigen fietsfabricage of alleen handel en reparatie is niet bekend. Een aantal jaren later werd ook de winkel van Theodorus naar Stadskanaal verplaatst en omstreeks 1918 uiteindelijk naar Groningen. Hermannus bedrijf bleef in Stadskanaal en groeide uit tot een machinefabriek voor de agrarische sector.

Detail uit de Thiadens-folder van 1948

     Theodorus Thiadens begon in Groningen in de Brugstraat met een gewone rijwielhandel. In 1924 betrok hij het winkelpand aan de Oosterstraat 4 waar hij nu ook met zijn zelfgebouwde Thiadens-fietsen reclame maakte. Als goedkoper alternatief voerde hij daarnaast enige tijd het merk Adelaide dat ook een eigen merk lijkt te zijn geweest. Daarnaast werden ook kachels en andere huishoudelijke apparaten verkocht. Eind jaren 20 werd de zaak uitgebreid met een filiaal aan de Nieuwe Ebbingestraat 69 in Groningen. Theodorus' oudste zoon Henk voerde deze winkel vanaf 1934 als eigen fietsenmakerij, na de oorlog gevestigd aan de Herestraat 99. Zijn jongere broer Piet nam in 1935 de ouderlijke winkel aan de Oosterstraat over, met zijn zusje Louise ("Lies") als compagnon. Theodorus overleed in 1939.

     Het merk Thiadens bleef in de Oosterstraat. Piet Thiadens deponeerde het officieel in 1937 terwijl zijn broer Henk 'Regina' als eigen merk voerde. Anders dan bij veel andere fietsenmakers stond bij Theo en Piet Thiadens altijd het eigen merk voorop en werd niet veel aan dealerschappen van de grote, bekende merken gedaan. Vanaf omstreeks 1940 begon Thiadens zelf Thiadens-dealerschappen aan collega-fietsenmakers aan te bieden. Dit lijkt de overgang van een zelfbouwende of zelfmonterende fietsenmaker naar een fabrieksmatige inrichting te markeren, hoe klein en ambachtelijk misschien ook.

     Een bewaard gebleven Thiadens-folder van 1948 met als titel "60 jaar Thiadens rijwielen" geeft inzicht in de activiteiten van toen. Zo wordt allereerst melding gemaakt van de prijzen die de Thiadens-fietsen op tentoonstellingen en bij wielerwedstrijden wonnen. Daarnaast was men trots op het feit dat bij het uitbreken van de oorlog in 1939 een partij dienstrijwielen aan het Nederlandse leger werd geleverd. In de folder volgt verder een beschrijving van de kwaliteit en constructieve voordelen van een Thiadens-fiets, zoals dat in de meeste vooroorlogse folders van de betere merken ook te lezen is.

Wat de modellen betreft bood Thiadens in 1948 drie toerfietsmodellen, een sportfiets, een dienstfiets, een transportfiets, kinderfietsen en diverse bakfietsen. Al met al presenteerde Thiadens zich met deze gegevens als een weliswaar kleine rijwielfabriek, maar toch een fabrikant die een vrij breed en kwalitatief vlekkeloos aanbod had. Onder liefhebbers is Thiadens tegenwoordig vooral vanwege zijn vooroorlogse Thiadens-deelfiets bekend, een uitneembare fiets met een gewoon herenframe en grote wielen.

Jaren 30 deelfiets van Thiadens met uitneembare verbinding in bovenbuis en schuine onderbuis

Lang lijkt deze fabrieksmatige activiteit niet geduurd te hebben. Begin jaren 50 voerden bij Thiadens in de reclame in toenemende mate andere, grote fietsmerken de boventoon boven de eigen Thiadens-rijwielen en na 1954 werden rijwielen weinig tot niet meer in advertenties genoemd. In plaats daarvan richtte men zich op haarden en kachels alsmede witgoed. Niet lang na het plotselinge overlijden van Piet Thiadens in 1976 kwam er een einde aan het bedrijf.