in 1949 gedeponeerd
Beckson-merklogo
|
|
|
Becker's Sons en de Beckson-remnaven, deel 2
|
Na de introductie van de Beckson-terugrapremnaaf in 1950 en de advertenties en besprekingen in vakbladen
werd de naaf vooral in het eerste jaar gemonteerd op fietsen van met name Batavus, Gazelle, Germaan,
Juncker en Phoenix. Rond 1955 kwamen daar ook Union en Simplex-Locomotief bij. /1/ De constructie van de
naaf werd in die tijd verbeterd, waarover later meer. Bij andere fietsmerken is de naaf weinig of niet te
vinden, wat ongetwijfeld een afspiegeling van het vertrouwen is dat de verschillende fabrikanten al dan
niet in de naaf hadden.
|
Geschilderde
panelen voor een Beckson-beursstand, vermoedelijk voor de RAI 1953 (foto: Ritzo Holtman)
|
Bromfietsnaven
Zoals in deel 1 van dit artikel
al vastgesteld, was de remwerking van de naaf uitstekend maar de aandrijving was de achilleshiel. Daarmee
was de Beckson-naaf zeer geschikt voor een vervoermiddel dat begin jaren 50 sterk in opkomst was: het rijwiel
met hulpmotor en daarna de bromfiets. Hier kwam de remwerking - die door het plaatsen van nog meer remlamellen
zelfs verhoogd kon worden - goed van pas terwijl de trapaandrijving een ondergeschikte rol speelde. Bij het
begin van de ontwikkeling van de Beckson-naaf in 1948 zal deze markt nog niet in beeld geweest zijn. Hij
ontpopte zich in de jaren 50 als welkome meevaller.
Via de toepassing voor gemotoriseerde tweewielers lukte het zelfs om de
Beckson-naaf te exporteren. Zo staat al in 1950 in de decemberuitgave van het Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf
te lezen: "Rest ons nog te vermelden dat de fabriek een grote order uit Zwitserland gekregen heeft van
een fabriek welke rijwielen met hulpmotoren vervaardigt." Midden jaren 50 werd nog een Duitstalige
Beckson-montagehandleiding gedrukt (zie afbeelding). Verder is echter niets over de verkoop van de
Beckson-remnaaf buiten de landsgrenzen bekend.
De toepassing van de Beckson-terugtrapremnaaf voor bromfietsen, die tot in de
jaren 60 duurde, leidde tot de ontwikkeling van allerlei verschillende uitvoeringen van de naaf, in totaal
zo'n 15 soorten. /2/ Zo waren er onder andere verschillende uitvoeringen voor de Cyclemaster, de Mobylette,
Batavus, Sparta, Berini/Pluvier en de jaren 60 Solex-bromfietsen. De belangrijkste verschillen waren het
aantal remlamellen en de inbouwmaten.
In april 1952 werd in het blad Fietsmotor melding gemaakt van een nieuwe
Beckson-voorwielnaaf. Deze naaf was qua werking en afmetingen identiek aan de achternaaf, alleen was er in
plaats van het tandwiel een schijf met een hefboom gemonteerd, welke via een remkabel vanuit het stuur
bediend kon worden. Hoewel door Becker's Sons niet uitdrukkelijk als bromfietsnaaf aangeboden, werd deze
voorwielnaaf in de praktijk alleen op bromfietsen gemonteerd.
|
|
De advertentiecampagne die Becker's Sons in het voorjaar
van 1952 startte was dan ook erop gericht om bromfietsers en de bromfietsen verkopende vakhandel van de
noodzaak van een Beckson-naaf te overtuigen, "de enige remnaaf voor de bromfiets en de beste voor de
fiets". Er kwam vanaf zomer 1952 zelfs een nieuw logo bij en de naaf werd door Becker's Sons voortaan
voor een aantal jaren aangeduid met "Beckson Reddingsnaaf".
Bij de advertentiecampagne werd de nadruk gelegd op de vele ongelukken die
zich begin jaren 50 met rijwielen met hulpmotor en met bromfietsen voordeden. Ze waren zwaarder en reden
harder dan fietsers maar hadden meestal geen betere remmen. Van dit probleem was men ook bij de overheid
doordrongen. Per 1 augustus 1953 werd een nieuw wegenverkeersreglement van kracht waarin voor
gemotoriseerde fietsen en bromfietsen onder meer werd voorgeschreven, dat ieder wiel tenminste één goed
werkende rem moest hebben. Dat mocht ook een velgrem zijn maar de Beckson-naaf voor het voorwiel was hiervoor
natuurlijk ook bij uitstek geschikt.
Per 1 januari 1956 was voorgeschreven dat tenminste één van de remmen een
trommel- of schijfrem moest zijn in plaats van een velgrem. Onder trommelrem werden ook terugtrapremnaven
met remmantel begrepen, en de term schijfrem sloeg op de schijven (lamellen) van de rem van de Beckson-naaf.
Al met al was de opkomst van de bromfiets voor Becker's Sons een 'geschenk uit de hemel'.
|
|
Directie en
werkmeesters van Becker's Sons, jaren 50. Zittend 2e rij, 4e van links: directeur F. Del Monte.
Hij stapte in 1962 uit de directie en vertrok naar Zwitserland. (Foto uit privéverzameling, scan: Ritzo Holtman)
|
Florerend bedrijf
Een grafiek uit het personeelsblad "Tussen de Centers"
van Becker's Sons van eind 1955 laat zien dat de productie van de Beckson-remnaven begin jaren 50 een gestaag
stijgende lijn vertoonde, met in 1955 een jaarproductie van ca. 300.000 stuks. Eind 1955 werd ook de
mijlpaal van in totaal één miljoen geproduceerde remnaven bereikt. Deze stijgende trend is niet meer terug te
vinden in de aantallen Beckson-naven in bewaard gebleven oude fietsen. De verklaring zou kunnen liggen in de
verkoop op de bromfietsmarkt, die zoals bekend in de jaren 50 "booming" was. Het
personeelsbestand groeide tussen eind 1951 en eind 1955 hard van 350 naar 650 medewerkers! /3/ In de
volgende jaren zette deze stijging nog verder door.
Behalve de remnaven produceerde Becker's Sons nog steeds balansen en gas- en
waterkranen. Daarnaast was er vanaf 1952 nog een ander belangrijk product bijgekomen: het plaatskaartenapparaat
voor het busstreekvervoer dat onder andere in samenwerking met de Westlandse Stoomtram Mij. was ontwikkeld en
door deze busmaatschappij als eerste werd ingezet. Voor de komst van het plaatskaartenapparaat moesten de
buschauffeurs en -conducteurs allerlei soorten voorgedrukte kaartjes bij zich hebben die voor elke reiziger
met aanstrepen en doorknippen voor de gewenste rit werden uitgeschreven. Een omslachtig en tijdrovend systeem.
Het Beckson-plaatskaartenapparaat was er in verschillende uitvoeringen, zowel voor vaste montage bij de
chauffeur als ook met draagriem voor een busconducteur. Becker's Sons bouwde dit apparaat bijna 30 jaar lang.
Hoewel het bedrijf niet de enige aanbieder was, werd het Beckson-plaatskaartenapparaat veelvuldig in het
openbare stads- en streekvervoer in vrijwel het hele land ingezet. /4/
|
Beckson-plaatskaartenapparaat, jaren 60 model voor de chauffeur
(foto: marktplaats.nl)
|
|
Verbeterde remnaaf
Midden jaren 50 werden de constructie en de productie van
de Beckson-naaf herzien. Voor verzamelaars is het in dit verband belangrijk om te weten dat de nieuwe,
gewijzigde onderdelen vaak niet in combinatie met naven uit voorgaande jaren gebruikt kunnen worden, ook
al zijn de verschillen soms nauwelijks zichtbaar. Als eerste werd de drijfkop licht verbeterd en kreeg de
remhevel een modernere, rechte vorm. Begin 1955 liet Becker's Sons kort achter elkaar twee vindingen
patenteren. Octrooi nr. 83965 betrof een gewijzigde Beckson-naaf met een drijfkop aan de rechterkant
en een tweede drijfkop aan de linkerkant van de naaf, van waaruit ook de rem in werking gesteld werd. Dit
octrooi was "in het bijzonder [voor] een rijwiel met hulpmotor" bedoeld. Voor gewone fietsen is
deze constructie niet gebruikt.
Het tweede octrooi met nr. 84951 was een poging om het probleem van het
doorslaan van de koppelconus van de Beckson-terugtrapremnaaf te lijf te gaan. Het is een verbetering van
een octrooi uit 1925 voor de koppelconus van de Duitse Komet-naaf. Bij deze werden, net als bij de
oorspronkelijke Beckson-naaf, de tanden van de koppelconus tegen een glad, conisch binnenvlak van de naaf
aangedrukt. De sterke drukkracht zorgt ervoor dat de naaf meegenomen en dus aangedreven wordt. Maar op den
duur werd de koppelconus door slijtage gladder en slipte hij door. Volgens het nieuwe octrooi werd het
conische binnenvlak bij de Beckson-naaf voorzien van een lichte vertanding van 0,05 mm diep. Daarmee
werd bij het overbrengen van de aandrijfkracht van pure krachtsluiting (onderdelen worden tegen elkaar
geperst) overgegaan op vormsluiting (onderdelen grijpen in elkaar), waarbij potentiële nadelen van
vormsluiting zoals ratelen en een langere slag bij het in werking stellen, door de constructie vermeden
werden. Beckson noemde de nieuwe, krachtige koppeling de Helico-tijger koppeling. De tekening linksonder
op de hier weergegeven advertentie laat de vertanding van de conusvlakken schematisch zien.
Om de productie van de Beckson-naaf efficiënter en daarmee goedkoper te maken,
werden er op het fabrieksterrein van Becker's Sons in het voorjaar van 1955 hallen bijgebouwd en werden
verschillende productieonderdelen verplaatst. Er werden nieuwe machines aangeschaft, wat ook zijn weerslag
op verschillende bewerkingen tijdens de productie had, en de interne wegen werden verkort. De naven waren
toen een van de belangrijkste producten van Becker's Sons, zo niet hét belangrijkste. /5/
De tweede poot waarop het bedrijf in de jaren 50 steunde waren nog steeds de
defensieorders. Men wilde er liever niet van afhankelijk zijn maar was het toch wel. Dat bleek toen het in
de tweede helft van de jaren 50 economisch minder voor de wind ging dan voorheen. 1956 en 1957 waren
onverwacht twee slechte jaren voor de rijwielbranche, en door het geleidelijke afbouwen van handelsbarrières
kwamen steeds meer fietsonderdelen uit goedkopere (Oost-)Europese landen Nederland binnen. Bij Becker's Sons
werd een verkorte werkweek ingevoerd, tot op maandag 2 juni 1958 de Nederlandse vlag op het dak van de
fabriek gehesen werd - er was een grote defensieorder binnengehaald waarmee er weer voor anderhalf jaar werk
was. /6/
|
|
Voorgevel van
de Beckson-fabriek langs de Zutphensestraat, jaren 60 (foto uit privéverzameling,
scan: Ritzo Holtman)
|
De Beckson-remnaaf werd
in 1957 nog voor een laatste keer verbeterd, of beter gezegd: er werden storende bijverschijnselen van de
in 1955 verbeterde koppeling verholpen. De octrooien 90768 en 91078 behelzen respectievelijk een gewijzigde
zeskanten aandrijfring om de soms wat schokkerige werking bij het aanzetten tegen te gaan en een wijziging
van de ring tussen de drijfkop en de zeskanten ring om te vermijden, dat de naaf bij de overgang van
aandrijven naar vrijwielen bleef haken.
Een derde wijziging uit 1957 betreft de remkracht van de Beckson-fietsnaaf.
De uitvoeringen voor bromfietsen hadden al langer meer remlamellen dan de oorspronkelijke 12, maar vanaf
zomer 1957 kreeg ook de naaf type BU-RSA (= Beckson Universeel Rijwiel Standaard Achter, lees
"Bursa"), zoals de fietsnaaf officieel heette, een lamellenpaar extra. Daarmee was "het
totale wrijvingsoppervlak ca. 1,5x zo groot als bij de gangbare mantel-remnaven. Het aantal
wrijvingsvlakken bedraagt 14." /7/
Een verbetering van de vraag naar Beckson-terugtrapremnaven bracht dit allemaal
evenwel niet. Voor zover aan de hand van de nog rondrijdende fietsen met Beckson-naven te zien, waren 1950 en
1955 de beste jaren en liep de verkoop vanaf ca. 1957 gestaag terug. /1/ In hoeverre de constructieve
verbeteringen ook binnen de vakhandel als verbetering ervaren werden is niet bekend. Wel bekend is dat
Beckson jarenlang met klachten in verband met productiefouten te kampen had. De directie wees de medewerkers
daar in het personeelsblad "Tussen de Centers" herhaaldelijk op, en op de achterkant van het blad
stond in de eerste jaren van het verschijnen vanaf 1955 het appel: "Maak hem beter en 't gaat U
beter". Ook oud-medewerker Henk Achterkamp bevestigt dit beeld: "Soms ontbrak het wat aan de interne
controle omdat er zo veel naven geproduceerd moesten worden. Daardoor kwamen er 'schoonheidsfoutjes'
in." /8/
Beckson-trommelremnaaf
In 1958 ondernam Beckson nog een laatste poging om op de
tweewielermarkt succes te boeken: men ontwikkelde de Beckson kniehefboom-trommelrem (BKT) die op de
RAI-tentoonstelling van februari 1959 geïntroduceerd werd. Net als bij de terugtrapremnaaf was ook hier goed
erover nagedacht hoe de gangbare trommelremmen verbeterd konden worden.
Het meest opvallende verschil
tussen de BKT en de bekende trommelremmen van Sturmey-Archer, Gazelle en Simplex is de beweging van de
remschoenen bij het remmen. Bij de gangbare trommelremmen zit er aan een kant van de ankerplaat een vaste
nok die als scharnierpunt voor de twee remschoenen werkt en aan de andere kant zit een draaibare nok die via
de remhendel bediend wordt en de twee remschoenen naar buiten duwt, tegen het remvlak van de trommel
aan./
Bij de BKT daarentegen worden de twee remschoenen vanuit het middelpunt van de
ankerplaat gelijkmatig naar buiten geduwd. Dit gebeurt door een centrale, draaibare nokschijf die vanuit de
remhevel bediend wordt. Als de nokschijf gedraaid wordt duwen de nokken de draaipunten van de kniehefbomen
via een geleiding naar buiten en worden de remschoenen tegen de trommel aangedrukt. De kniehefbomen zorgen
voor een sterkere bekrachtiging dan bij de gewone trommelremmen. Er is dus minder handkracht nodig om de rem
in werking te stellen. De gunstigere, meer radiale beweging van de remschoenen van de Beckson-trommelremnaaf
draagt nog extra aan de lichtere bediening bij.
Een ander voordeel van deze radiale beweging is dat beide remvoeringen
gelijkmatiger en in totaal minder snel slijten. Door het servo-effect bij een gewone trommelrem (een remschoen
is voorlopend en wordt door de remkracht extra tegen de trommel aangedrukt, de andere is nalopend en draagt
juist minder tot de remwerking bij) slijt de voering op één remschoen altijd sterker dan bij de andere.
Bovendien slijt elke remvoering aan een kant het meest. Bij de BKT-naaf remmen beide remschoenen even veel,
er treedt geen asymmetrisch servo-effect op. Daarnaast zorgden de constructeurs van Beckson ervoor dat de
twee remschoenen samen zwevend op de ankerplaat gelagerd waren zodat ze bij een eventuele ongelijkmatigheid
altijd zelf een middenpositie zoeken (Nederlands octrooi nr. 94387). Het principe van de kniehefbomen
was overigens geen uitvinding van Beckson maar werd overgenomen van een Amerikaans octrooi.
Als laatste voordeel is nog te noemen dat de BKT-naaf een labyrinth-afdichting
tussen remtrommel en ankerplaat heeft die goed tegen indringend water en vuil beschermt, een punt dat vooral
bij de grootste concurrent Sturmey-Archer niet goed opgelost was. Het resumé van de technische medewerker op
de redactie van het vakblad De Nederlandse Rijwielhandel was ronduit positief:
"De BKT-rem onderscheidt zich van het
klassieke type principieel op gunstige wijze. Door het inslaan van andere wegen en een vernuftige constructieve
uitvoering is aan verschillende bij het klassieke remtype optredende bezwaren tegemoet gekomen. Gelijkmatiger
voeringslijtage, zelfcentrering, compensatie der servowerking: dit alles zal er toe bijdragen een effectievere,
meer constante en langdurig ongewijzigd blijvende remwerking teweeg te brengen. Hoewel men met vergelijkingen,
zonder precies alle details te kennen, altijd voorzichtig moet zijn, wijzen door Beckson genomen proeven dan
ook wel in die richting. Behoudens een grotere remkracht bij gelijke kracht aan de remhefboom, valt bij deze
proeven in het bijzonder het constant blijven van de remkracht op." /9/
De Beckson-trommelremnaaf kreeg de
typeaanduiding B6B terwijl de terugtrapremnaaf voortaan B2B heette. De trommelremnaaf was als voorwielnaaf
(uitvoering met trommel rechts of links) en als achterwielnaaf verkrijgbaar. De bromfietsversie had drie
remschoenen in plaats van twee.
Een verkoopsucces werd de naaf niet. De enige grote Nederlandse fietsfabrikant
die er actief op inspeelde was Phoenix, eerder al trouwe afnemer van de Beckson-terugtrapremnaaf. Vanaf 1961
duiken de B6B-trommelremmen ook bij Fongers-fietsen op omdat dat merk toen door Phoenix was overgenomen. Al
in de Phoenix-folder van 1959 is te lezen: "Door een nieuwe vinding bezitten onze trommelremmen een
formidabele remkracht en kunnen uiterst lichtlopend worden afgesteld". Vanaf 1960 had Phoenix de modellen
"Sport Dubbel Safe" en "Tour Dubbel Safe" in het programma die in de gewone uitvoering met
Beckson-trommelremnaven waren uitgerust en daar ook hun naam aan te danken hadden. Tegen meerprijs werden deze
modellen met Sturmey-Archer trommelremmen met drie versnellingen uitgerust. De naam Beckson wordt in de
Phoenix-folders nergens genoemd, er wordt alleen verwezen naar de "formidabele remkracht". Dat kan
als teken opgevat worden dat de naam Beckson door de fouten bij de terugtrapremnaven al enige reputatieschade
had opgelopen. Rond 1964 werd de B6B-naaf ook door Union gemonteerd, bij andere fietsmerken komt hij niet
voor. /1/
Remproeven
Remproeven zoals die die de redacteur van De Nederlandse
Rijwielhandel in zijn bespreking van de trommelremnaaf noemde, werden door Beckson regelmatig genomen, ook met
de terugtrapremnaaf. Dat gebeurde tussen midden jaren 50 en begin jaren 60 niet alleen binnen de fabriek maar
ook in het veld. Beckson-medewerker Bertus Nab en de Brummense postbode en amateurwielrenner Jan Hietbrink
gingen met nieuw gemonteerde naven op de fiets de Posbank op de Veluwe op om te testen of de naven, als ze in
de afdaling warm werden, goed bleven werken. Soms waren er ook andere Beckson-medewerkers bij betrokken zoals
de chef van de tekenkamer, A. van der Plas. /10/
In oktober 1960 nodigde Beckson zelfs gasten uit om getuige te zijn van
veldproeven met de B2B- en de B6B-naaf. Behalve Beckson-directeur Hooykaas met een staf waaronder Van der Plas,
waren van de partij R. Schootstra (zoon van de Phoenix-directeur), P. Vos (bedrijfsleider Phoenix),
C. Witte (bedrijfsleider Simplex-Locomotief), W. Schmeitz (chef montage van Gazelle), ir. J.H. van
de Wetering (directeur van het RAI-TNO-Instituut, het voormalige Instituut voor Rijwielontwikkeling) en enkele
redacteuren van vakbladen. Het gezelschap vertrok naar een hotel op een berg in de Ardennen in de buurt van
Spa. Van daaruit ging het op een afstand van tweeënhalve kilometer ruim 200 meter naar beneden.
Een hele middag lang werd op fietsen en bromfietsen met naven van Beckson én van
concurrenten de berg afgereden. Daarbij werden via kleurstrepen de bereikte temperaturen gemeten en er werd
naar het verlies van remwerking tijdens de afdaling gekeken. Niet alleen Beckson-medewerkers reden de berg af,
ook "... evengoed de enthousiaste genodigden. Men heeft hierbij af en toe danig plezier gehad." De
Beckson-terugtrap- en -trommelremnaaf hielden zich bij deze proef goed staande, die van de concurrentie deels
minder.
|
afdaling en nacontrole in Spa (fietsenwereld, 28-10-1960)
|
Toen trok het gezelschap de
stoute schoenen aan probeerde men de Beckson-terugtrapremnaven stuk te rijden. De vier zwaarste personen uit
het gezelschap werden twee-en-twee op een fiets en een bromfiets gezet. De fietsnaaf werd in de afdaling
600 ºC warm en het kogellagervet walmde hevig. Er werd weer olie ingespoten en een tweede en derde
afdaling volgden. Toen pas werd de remkracht minder. De bromfietsnaaf kon er beter tegen omdat hij groter was
en meer lamellen had.
Als laatste proef reden twee personen op de bromfiets de berg af waarbij
tegelijkertijd volgas gegeven en geremd werd. Na driekwart van de helling begaf de naaf het, de tweede rem
op de bromfiets diende als noodrem voor de rest van de rit. In de zelf ingerichte veld-reparatiewerkplaats
achter het hotel werd de naaf gedemonteerd. Conclusie: "De lamellen waren aan de binnenzijde gesmolten
en zaten aan elkaar vastgelast. De temperatuur aan de buitenkant van de huls was opgelopen tot boven
700 ºC." /11/
Het einde van
de naven uit Brummen
Over de reden voor de moeizame verkoop van de B6B-trommelremnaaf
is geen duidelijkheid. Een mogelijke verklaring is de prijs: Hoewel ik geen Beckson-prijslijsten ken zal de
trommelremnaaf duurder geweest zijn dan die van de concurrentie, omdat de constructie ingewikkelder is en de
geproduceerde aantallen geringer waren. Dit terwijl rond 1960 juist de verlaging van de kosten een steeds
dwingendere noodzaak voor de fietsfabrikanten werd omdat de verkoopprijzen onder druk stonden. Een tweede
factor is het feit dat met Gazelle en Simplex-Locomotief twee van de drie grootste Nederlandse fabrikanten eigen
trommelremnaven maakten en daarmee als klant afvielen.
En ten derde adverteerde Beckson veel minder met de trommelremnaaf dan in de
jaren 50 met de terugtrapremnaaf. Vooral van 1953 t/m 1956 stond in bijna elk nummer van De Nederlandse
Rijwielhandel een dubbelzijdige Beckson-advertentie met aansprekende, wisselende inhoud, terwijl ook in
bromfietsbladen en publiekstijdschriften advertenties geplaatst werden. De reclamefiguren Beckie en Sonnie
deden daarin hun verhaal, en er waren advertenties met korte "strips" over gevaren in het verkeer
die dankzij de Beckson-naaf bezworen werden. Voor rijwielhandelaren was wekelijks een prijs van ƒ 100
te winnen als ze de Beckson-naven in de winkel extra goed aanprezen.
Van dit alles was vanaf eind jaren 50 geen sprake meer, het reclamebudget was
kennelijk sterk teruggebracht. In De Nederlandse Rijwielhandel werden steeds dezelfde advertenties van een
halve pagina afgedrukt, een voor de terugtraprem- en een voor de trommelremnaaf, en dat ook niet meer
wekelijks.
Al met al was de productie van de Beckson-naven in de jaren 60 niet meer
houdbaar. Beckson had altijd te kampen met de kwaliteit van de naven aan de ene kant en de productiekosten
aan de andere kant. De marktleiders voor terugtrapremnaven (F&S Torpedo) en trommelremnaven (Sturmey-Archer)
konden - ondanks constructieve voordelen van de Beckson-producten - in de perceptie van de afnemers niet
worden overtroffen, en de aanbieders van terugtrapremnaven uit met name Oost-Europa konden qua prijs niet
verslagen worden. Dat laatste speelde vooral vanaf eind jaren 50 toen de kopers van fietsen steeds meer op
de prijs gingen letten en importbeperkingen werden versoepeld, waardoor met name de Tsjechische
Favorit-remnaaf in Nederland opgang maakte. Zo verscheen in juli 1963 voor het laatst een Beckson-advertentie
in het rijwielvakblad "fietsenwereld" en werd de navenproductie in 1964 afgebouwd. De firma
Beckson legde zich op andere producten toe die bedrijfseconomisch rendabeler waren. De laatste voorraden
Beckson-naven zijn begin 1965 door fietsfabrikanten gemonteerd. /1/
De laatste jaren
van Becker's Sons
De firma Beckson maakte in de jaren 60 en 70 roerige tijden
door. Het productiepalet van eigen producten en halffabricaten voor derden werd verbreed. Tegenover de neergang
van de verkoop van fietsnaven stond de opmars van het gebruik van gaskachels en fornuizen in Nederlandse
huishoudens na de ontdekking van aardgas in Groningen in 1959. Beckson leverde al langer gaskranen, en daar
kwamen in de jaren 60 nog gaslekventielen ter beveiliging in huis bij. Maar dat was niet het enige.
Oud-medewerker Henk Achterkamp: "Beckson maakte in feite alles wat ze voor de voeten kwam, veel
opdrachten voor andere bedrijven zoals bijvoorbeeld Philips. Ze maakten gewichten voor de
Variomatic-versnellingsbak van DAF, en in de zogenaamde 'vrouwenafdeling' werden WC-spoelbakken van gespoten
polyester gemaakt. Dat was een goed florerend onderdeel van Beckson." /8/ Of zoals het blad
"Nieuws uit eigen streek" het op 20 augustus 1964 formuleerde: "Men weet er vandaag niet wat
men er over pakweg een jaar precies maakt." Doel was het om omzet te genereren en het personeel aan het
werk te houden. Desondanks daalde het personeelsbestand naar 370 medewerkers eind 1965.
Ook bedrijfseconomisch ging het niet goed. Hoge verkoopcijfers maar ook hoge
kostenstijgingen en een te geringe marge - eigenlijk dezelfde situatie als bij veel fietsfabrikanten in die
tijd. Met name de loonkosten en de voorraden waren te hoog, en daarnaast bleef de kwaliteitszorg een probleem.
/12/
Zo volgde in oktober 1967 de overname van Becker's Sons door het Amerikaanse
Simmonds Precision dat al dochterondernemingen in Amsterdam en Rotterdam had. Directeur Hooykaas werd
vervangen door een nieuwe directeur en er werd een elektronische afdeling aan het fijnmechanische bedrijf
toegevoegd. Uiteindelijk bleek dit uitstel van executie. In 1971 werd de productie van balansen beëindigd.
Van de goed lopende, mechanische plaatskaartenapparaten voor het openbaar vervoer werd een elektronische
versie ontwikkeld. Maar toen was het 1980 en kwam net de invoering van de nationale strippenkaart waardoor
de hele vervoerbewijzentak in een keer wegviel. Deze klap kwam Simmonds Precision in Brummen niet meer te
boven.
Eind 1981 diende zich een koper voor de noodlijdende vestiging aan: het Tielse
metaalbedrijf Valk-Van den Heuvel (TMF). De elektronische afdeling verhuisde naar Simmonds Nederland in
Arnhem en de resterende 65 metaalwerknemers in Brummen gingen per 1 januari 1982 onder de nieuwe eigenaar
verder als Brummense Metaalwarenfabriek (BMF). De overname werd voor het symbolische bedrag van 1 gulden
afgewikkeld, doel was vooral het behoud van werkgelegenheid, ook voor de gemeente Brummen. Deze nam daarom ook
ter overbrugging van liquiditeitsproblemen het onroerend goed inclusief een deel van de machines voor één
miljoen gulden over, om het aan de TMF/BMF terug te verhuren.
Het duurde maar tien maanden, toen was de BMF failliet. Er waren de laatste
maanden geen sociale premies en belastingen meer betaald en de miljoen van de gemeente was verdwenen. Na
aanhoudende geruchten over fraude verrichte de politie in december 1982 op 24 plaatsen in het land invallen
bij diverse bedrijven waarbij de broers Van den Heuvel betrokken waren en nam administraties en vuurwapens in
beslag. Er volgde een aanklacht wegens oplichting van de gemeente Brummen, valsheid in geschrifte,
belastingontduiking en koppelbazerij. De schade bedroeg in totaal meerdere miljoenen. /13/
De gemeente Brummen leverde dit financieel niets op, ze zat met een pand dat op
vervuilde grond bleek te staan. Het pand werd verhuurd als bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemingen.
In maart 1983 werden alle machines van de voormalige Beckson geveild. Het bedrijfsverzamelgebouw werd begin
jaren 90 gesloten, het was door achterstallig onderhoud niet meer rendabel. Tussen oktober 1995 en december
1995 werd de fabriek gesloopt. /8/ De sanering van de vervuilde grond liet vanwege de kosten lang op zich
wachten, pas in 2008 werden op het terrein woningen gebouwd.
De
Balans
Het vermelden waard is nog de tentoonstelling 'De Balans' die
op initiatief (en op kosten) van de Brummense industrieel fotograaf en zoon van een oud-medewerker van Beckson,
Ad van Lit, op 17 en 18 oktober 1992 in de lege Beckson-fabriek plaatsvond. Het werd een druk bezochte,
indrukwekkende reünie met een historische expositie, bewegingstheater en abstract fotografisch werk van Van
Lit, bedoeld als eerbetoon aan de mensen, die er decennialang hadden gewerkt. /14/
|
bewegingstheater
"De Werkers" in de voormalige Beckson-fabriek (foto: Ab Hakeboom)
|
Wat nu nog in Brummen aan
Beckson herinnert zijn een cafetaria met de naam "De Beckson" tegenover het voormalige
fabrieksterrein, de "Beckson Tennis Club Brummen" (BTCB) die voortgekomen is uit de
personeelsvereniging van Beckson, en een aantal door Beckson mede gefinancierde werknemershuizen inclusief
de Becker's Sonsstraat langs de zijkant van het fabrieksterrein.
Slotopmerking
De Beckson fiets- en bromfietsnaven brachten de firma
Becker's Sons een aantal jaren omzet en werkgelegenheid maar waren, vergeleken met de andere, uit het
buitenland afkomstige remnaven geen groot commercieel succes. De binnen Nederland verkochte aantallen waren
voor een lonende productie te gering, de kosten te hoog en de technische nukkigheden van de terugtrapremnaaf
te hardnekkig. Dat neemt niet weg dat de terugtrapremnaaf en de trommelremnaaf twee technisch interessante,
goed doordachte naaftypes zijn die in de verzameling van elke Nederlandse liefhebber van oude fietsen en
techniek thuishoren.
|
Met dank
aan Ritzo Holtman van de GMVV en Willem Reusink van de
oudheidkundige vereniging De Marke.
|
Bronnen:
/1/ Afgeleid uit de aantallen
fietsen met Beckson-naaf die bewaard zijn gebleven
(eigen fietsendatabank)
/2/ Tussen de Centers, personeelsblad Becker's Sons, no. 11/12 (mei/juni 1957)
p. 1
/3/ Tussen de Centers, personeelsblad Becker's Sons, no. 8 (december 1955) p. 2
/4/ Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf sept. 1953 p. 89 en
http://nl.wikipedia.org/wiki/Becksonapparaat
/5/ Tussen de Centers, personeelsblad Becker's Sons, nr. 2 (maart 1955),
Regionaal Archief Zutphen (RAZ), archief van de firma
Simmonds Precision
v/h Becker's Sons (1882-1976)
/6/ Tussen de Centers, personeelsblad Becker's Sons, nr. 28 (juni 1958) en
29 (september 1958), RAZ
/7/ Tussen de Centers, personeelsblad Becker's Sons, nr. 22 (aug./sept. 1957) p. 4
/8/ Persoonlijke mededeling H. Achterkamp, 20 november 2002
/9/ De Beckson kniehefboom-trommelrem, artikel in DNR 29 mei 1959 p. 394 - 402
/10/ Persoonlijke mededeling van Willem Reusink die in 2012 verschillende
medewerkers van Beckson heeft geïnterviewd
/11/ fietsenwereld, 28 oktober 1960, p. 1174 - 1179
/12/ Tussen de Centers, personeelsblad Becker's Sons, nr. 55 (okt. 1966) p. 4-5, RAZ
/13/ Arnhemse Courant, 13 december 1983
/14/ Zie ook
http://www.advanlitfotografie.nl/foto_autonoom_beckers_intro.php
|
|
Copyright by
Herbert Kuner, © 2014 ...
All rights reserved.
Last update: 14-04-2014
|