Opel emaillebord, omstreeks 1930
|
|
|
Opel als rijwielfabriek |
Na de terugkeer van een zakelijke reis
naar Parijs in 1885, waar Adam Opel de voordelen van de hoge bi heeft leren kennen,
besluit hij naast naaimachines ook fietsen te gaan produceren. In het begin worden vooral
hoge bi's verkocht, maar ook safeties en tricycles. Daarna wordt het assortiment snel
uitgebreid en weerspiegelt dit de ontwikkeling in de gehele branche: vanaf 1890 worden
tandems aangeboden, daarna ook drie- en vierzitters en racefietsen, in 1899 komen er
kardanfietsen bij (die ruim tien jaar lang worden gemaakt), iets later kinderfietsen en
bak- en transportfietsen.
|
Opel lichte tourfiets, 1912 |
Een
opvallende constructie uit de catalogus van 1912 is de "lichte toerfiets". Deze
toont "een nieuwe frameconstructie en wordt vanwege de daarmee verkregen stabiliteit
graag door sportlieden gekocht".
In de wielrennerij doet Opel veel van zich spreken. Al in
1889 wordt August Lehr in Londen op een hoge bi van Opel wereldkampioen op de mijl. De
600 km lange race van Wenen naar Berlijn wordt in totaal drie keer gehouden (1893,
1908 en 1911) en drie keer op een Opel-fiets gewonnen. Ook de zonen van Adam Opel zijn
deels succesvolle wielrenners; in 1894 wint Fritz Opel de wedstrijd van Basel naar Kleef.
Op technisch gebied heeft Opel eveneens bijzonderheden te
bieden. Zo worden de frames voor alle heren- en damesfietsen al minimaal vanaf 1903 met
binnenlugs gesoldeerd. De frames met binnenlugs blijven tot in de jaren dertig een kenmerk
van Opel, al komen er in de jaren twintig ook wat modellen met buitenlugs bij.
|
Opel bodenfiets, 1914
|
De meeste Opel-fietsen
van voor de eerste wereldoorlog hebben een trapas volgens Opel-octrooi DRP 100596.
Dit is een spieloze BSA-trapas die in een cassette uit twee helften zit. Als een crank
afgenomen wordt, laten deze twee helften elkaar los en kan de hele trapas uit de bracket
worden gehaald. |
Opvallende
dingen uit de catalogus van 1914 zijn nog de bodenfiets met kruisframe en de "Typ
England" herenfiets met groefkogellagers in de trapas. Dan begint de eerste
wereldoorlog en moeten ook veel Opel-arbeiders naar het front. De fietsproductie zakt van
35.000 naar ruim 10.000 per jaar.
In de jaren twintig groeit de vraag naar fietsen enorm, en
Opel weet hier met succes op in te spelen: het bedrijf ontwikkelt zich tijdelijk tot de
grootste producent van tweewielers ter wereld.
In 1933 komt Opel met een opvallende noviteit: De fiets met
"Doppel-Stabil-Rahmen" - een dubbelbuis-uitvoering van het diamant- en het
zwanehalsframe, gedeponeerd als DRGM 1215361. De dubbele schuine onderbuis loopt
daarbij tot achter de bracket door. In de catalogus wordt de verbeterde torsiestijfheid
geprezen, waardoor de trapverliezen worden verminderd. Tegelijkertijd moet de verticale
vering van het frame op slechte wegen hierdoor beter worden. |
|
In
hetzelfde jaar gaat ook de economische crisis ten einde en groeit de fietsproductie weer
sterk. De export stijgt zelfs met 170 %, wat ook aan de internationaal sterke positie
van moederbedrijf General Motors te danken is. Belangrijkste exportgebieden zijn de
Scandinavische landen, de balkan en Zuid-Amerika.
Eind 1936 valt het besluit om de fietsproductie van Opel aan
NSU over te dragen. In maart 1937 gaat de laatste door Opel geproduceerde fiets naar het
Opel-museum. |
Met dank aan Willi
Strassel.
Copyright by
Herbert Kuner, © 2000 ...
All rights reserved.
Last update: 07-06-2000
|