home

Navigatie

 

De Kestein-bakfiets met plaatstalen frame

De rijwielfabriek E.A. Kestein uit Rotterdam was in de jaren 20 en 30 een vernieuwend bedrijf dat een aantal opvallende constructies op de markt bracht. Een daarvan is een bakfiets met plaatstalen frame waarvoor uitvinder Marinus Geurden in 1932 octrooi aanvroeg en later ook kreeg. Of Geurden in dienst van Kestein werkte of zijn uitvinding aan de firma Kestein aanbood is niet bekend.

     Een gewone bakfiets zoals deze in de jaren 30 veel verkocht werden bestaat onder meer uit een tweewielig draaistel, van waaruit twee buisvormige dragers naar de trapas en omhoog naar het zadel lopen. Deze zijn voor meer stijfheid onderling verbonden.

 

Simplex transportdriewieler
Simplex transportdriewieler uit de folder van 1934 (archief Velorama)

 

De twee dragers maken zo'n bakfiets zeer sterk voor het dragen van lasten (verticale kracht) maar de zijwaartse stijfheid en de torsiestijfheid laten te wensen over, met andere woorden de bakfiets kan bij zwaar trappen of op een oneffen weg met zware lading gaan zwiepen.

     Geurden verving in zijn octrooi de twee buisvormige dragers door één element, naar het voorbeeld van een Duits octrooi uit 1927 waarin een enkele ronde buis van grotere diameter werd gebruikt. Bij deze constructie moest echter vanwege de buisbreedte een speciale - namelijk langere - trapas gemonteerd worden. Geurden daarentegen gebruikte een ovale buis met staande dwarsdoorsnede, bestaand uit twee plaatstalen helften die aan elkaar gelast werden. Dit was lichter en goedkoper dan de constructie met twee buizen, terwijl alsnog een standaard-trapas gemonteerd kon worden.

 

Kestein bakfiets octrooi
bakfiets met plaatstalen frame van M. Geurden (octrooischrift 1932, www.espacenet.com)

 

De tweede bijzonderheid van de Kestein-bakfiets is het feit dat de plaatstalen buis zich aan de achterkant naar boven voortzet en een groot en stijf zijvlak vormt dat de driehoek tussen trapas, zadel en achterwiel aan beide kanten opvult. Aan de bovenkant is een stuk zadelbuis ingelast waarin de zadelpen verstelbaar opgenomen kan worden. Onderaan is voor de wielophanging een U-vormige beugel als liggende achtervork tussen de zijplaten vastgeklonken. "Een dergelijk frame heeft een verrassend grote stijfheid tegen zijdelingse, b.v. aan het zadel aangrijpende krachten, zoals [deze] optreden bij het nemen van scherpe bochten," staat in het octrooischrift vermeld.

     De twee zijwangen van plaatstaal zijn dus een dragend onderdeel van de totale constructie. Geurden paste met dit ontwerp gedeeltelijk het idee van een zelfdragende carrosserie toe, zoals dat in de automobielbouw voor het eerst in 1922 door Lancia was gepresenteerd, in de jaren 30 gevolgd door andere autofabrikanten.

 

Kestein bakfiets
Kestein-bakfiets met plaatstalen frame, ca. 1932-1933 (foto: Jeroen Verspaget)

 

Kestein bracht dit nieuwe type bakfiets onder de benaming "G frame" op de markt en verwachtte er op bakfietsgebied een hele omwenteling van (die echter uitbleef): "De enorme voordelen van dit frame inzake sterkte, levensduur, lichten loop, onderhoud [maken] onherroepelijk een eind aan het gebruik van de buizen-carriers."

 

advertentie Kestein-bakfiets
advertentie voor de Kestein G-frame-carrier (Auditor/Rubens, "30 jaar BRHN", Amsterdam 1933)

 

Een jaar na het eerste octrooi kwam Marinus Geurden met een tweede bakfiets-octrooi. Dit octrooi uit 1933 betreft een verbetering van de constructie van de as tussen de twee voorwielen. Deze bestaat bij een gewone bakfiets uit een buis of ander profiel met aan de uiteinden een conische boring om de zijwielen te bevestigen, en in het midden een doorgezet gedeelte waarin de bovenkant van de balhoofdas vastzit. De onderkant van het balhoofd wordt door aparte beugels vastgehouden.

 

voorwielas Burgers en Kestein
boven: standaard-voorwielas van een bakfiets (Burgers-folder 1935, archief Velorama)
onder: voorwielas van de Kestein-bakfiets volgens octrooi van M. Geurden, 1933 (www.espacenet.com)

 

De voorwielas die Geurden bedacht had bestaat daarentegen uit een aan elkaar gelast, op de zijkant liggend U-profiel dat in het midden zo breed is dat het de ingeschoven balhoofdas volledig opneemt, en dat naar de uiteinden toe smaller wordt om de zijwielen op te nemen.

     Geurden wees op meerdere voordelen die zijn constructie biedt. Ten eerste is deze voorwielas eenvoudiger en daarmee goedkoper te maken. Daarnaast is de bevestiging van de balhoofdas zeer degelijk en is het U-profiel erg stijf en toch niet zwaar. Bij een conventionele voorwielas kon de as onder zware belasting nog weleens doorbuigen zodat de wielen scheef kwamen te staan. De Kestein-bakfiets is hiertegen veel beter bestand.

 

Kestein-bakfiets
Kestein-bakfiets met wielas van U-profiel (foto: Tobias Eekhof)

 

Al met al is deze Kestein-carrier een knap geconstrueerde driewieler. Het idee van de enkele drager in plaats van dubbele buizen werd na de oorlog ook door andere Nederlandse fabrikanten zoals Batavus overgenomen. De plaatstalen constructie van de Kestein-bakfiets bleef echter voor zover bekend uniek.

 

 

Copyright by Herbert Kuner, © 2013 ...
All rights reserved.

terug

Last update: 14-02-2016