home

2_n.gif (635 bytes)

Navigatie

 

Kenmerken van de naaf

De BSA-drieversnellingsnaaf maakt een zeer robuuste indruk, d.w.z. er zitten weinig tere onderdelen in en er zijn geen plekken waar je gauw slijtage kunt verwachten. Bovendien wordt de drijfkop niet alleen rechts, maar ook links door een extra kogellager op de as ondersteund, daar waar de drijfkop zijn krachten overbrengt op het ringwiel dan wel op de planeethouder. Dit extra lager is geen cup-en-cone-lager maar een echt radiaallager waarmee bij het afstellen van de naaf geen rekening hoeft te worden gehouden.

     Met 1110 g (zonder tandwiel) is de naaf aan de zware kant. Vergelijkbare modellen van Sturmey-Archer (AW-naaf, jaren vijftig) en F&S (415-naaf, jaren zestig) zijn met respectievelijk 1040 g en 920 g toch wat lichter. De as van de BSA-versnellingsnaaf heeft overigens de 3/8" (9,5 mm) rijwieldraad van een gewone terugtrapremnaaf, terwijl modernere versnellingsnaven een iets dikkere as van 10,5 mm (F&S) dan wel 13/32" = 10,3 mm (SA) hebben - vervelend als je de rechter asmoer bij je BSA-versnellingsnaaf niet meer hebt.

     Zoals in Engeland vroeger gebruikelijk, heeft de naaf - voor zover ik kon nagaan - standaard 40 spaakgaten. Het ringwiel heeft 64 tanden, het zonnewiel 20 en er zijn vier planeetwielen met 22 tanden. Daarmee levert de derde versnelling een verzet van +31,25 % en de eerste versnelling -23,8 %. De tweede versnelling is de directe aandrijving. In de begintijd liepen de planeetwieltjes zelfs nog op kogellagers (!), maar de rendementwinst die je daarmee in totaal kon boeken was omstreden.

     Tussen de versnellingen is er geen vrijstand (vrijloop). De volgorde bij het schakelen vanuit een losse versnellingskabel is 1 - 2 - 3, dus precies omgekeerd als bij de moderne drieversnellingsnaven van SA en Sachs. De linkerkant van de naafhuls bestaat uit een deksel met twee platte kanten. Deze moet bij het demonteren van de naaf worden losgeschroefd, en vervolgens ook nog de borgmoer op de schuifbus (let op: beide hebben linkse schroefdraad!).

 

 

BSA-versnellingsnaaf, ca. jaren dertig

Exemplaar uit (naar schatting) de jaren dertig;
geen merknaam op de naafhuls

 

Bij het schakelen worden het ringwiel en de planeetwielen samen langs de as verschoven. Dit wordt bewerkstelligd door een schuifbus. Het hele tandwielstelsel grijpt in alle drie versnellingen in elkaar.

BSA-schakelaar op bovenbuis
BSA-schakelaar op bovenbuis

     De slag van de schuifbus bedraagt in totaal 11 mm. Daarbij is de weg van de 1e naar de 2e versnelling (1e stap) ca. 4 - 4,5 mm en van de 2e naar de 3e versnelling (2e stap) ca. 6 - 6,5 mm. Als je een BSA-naaf hebt maar de bijbehorende schakelaar mist, zullen de moderne schakelaars van Sachs of Sturmey-Archer maar moeilijk passen, omdat bij deze de 1e stap groter is dan de 2e. Ik heb dit echter nog niet werkelijk uitgeprobeerd.

 

de as met schuifbus

De as met schuifbus + borgmoer links van het zonnewiel.
De slag van de schuifbus is in totaal 11 mm.

 

Vragen, op- of aanmerkingen? Stuur deze per e-mail.

 

Copyright by Herbert Kuner, (c) 2000
All rights reserved.

terug

verder

Last update: 07-08-2000