home

 
Navigatie

 


Batavus balhoofdplaatje

Van familiebedrijf naar dochteronderneming

In de jaren vijftig en vooral zestig staat de rijwielbranche financieel onder grote druk. Door de toenemende motorisering van de samenleving verliest de fiets zijn vooraanstaande betekenis als algemeen volksvervoermiddel. De waardering voor de fiets vermindert, en daarmee ook de prijs die men bereid is om voor een fiets te betalen. De fietsfabrieken verkopen nog wel - en zelfs geleidelijk steeds meer - maar ze verdienen er steeds minder op. De fiets is een modeartikel geworden, zodat de fabrikanten grote inspanning moeten verrichten om attractieve modellen te kunnen bieden die bovendien al na korte tijd weer verouderen. Ook dat kost geld. En bovenal is er een gebrek aan arbeidskrachten waardoor de loonkosten sterk stijgen.

     Doordat de marge per fiets terugloopt moeten de fabrieken grotere aantallen verkopen en dus op grotere schaal opereren. De traditionele familiebedrijven die de rijwielbranche domineren, kunnen het hiervoor nodige kapitaal niet opbrengen. Dat betekent automatisch fusies of overnames door grote, kapitaalkrachtige ondernemingen van buiten de branche.

     De eerste fusiepoging van Batavus vindt in februari 1963 plaats: Batavus en Gazelle gaan via een aandelenruil samen. De twee bedrijven vullen elkaar qua productieprogramma goed aan - Gazelle als grootste Nederlandse rijwielfabriek en Batavus als grote speler in de bromfietsmarkt - en vormen ook op Europees niveau een belangrijke tweewielerproducent. De nieuwe directie bestaat uit drie directeuren van Gazelle (de broers Breukink) en Gerrit Gaastra.

Magneet en PFGMaar in juli 1965 wordt de samenwerking weer ongedaan gemaakt en worden de aandelen wederzijds weer teruggegeven. Van een integratie van beide bedrijven is op dat moment nog nauwelijks sprake. Achtergrond: de directeuren van beide kanten zijn te eigenwijs en kunnen in teveel punten niet door één deur. Na de ontbinding van de overeenkomst tonen zich beide partijen opgelucht.

     De vreugde duurt echter niet lang. In 1966 zakt de markt voor zware bromfietsen ineens in elkaar, waar juist Batavus met zo'n 20 % marktaandeel sterk in vertegenwoordigd was. Gaastra moet 44 van de 500 werknemers ontslaan en probeert het gat op te vangen door ziekenhuismeubelen in het productieprogramma op te nemen. De verkoop van fietsen blijft wel stijgen.

     In 1969 biedt de directeur van de Weesper rijwiel- en bromfietsfabriek Magneet, J. van den Berg, zijn merk, zijn verkooporganisatie met dealernetwerk en zijn fietsenproductie aan Gaastra ter overname aan. Van den Berg: "We gingen samen met de accountants erbij praten en waren eigenlijk al binnen 14 dagen rond."

     Nog in hetzelfde jaar neemt Gaastra een belangrijk besluit: hij verkoopt een meerderheidsaandeel van zijn onderneming aan de kapitaalkrachtige Anker Kolen Maatschappij in Rotterdam - van oorsprong een handelsonderneming - "omdat de snelle ontwikkeling van onze besloten familievennootschap het nodig maakte het kapitaal uit te breiden", aldus een persbericht. Gaastra blijft directeur. Net als de andere rijwielfabrieken moet Batavus groeien of wijken. Batavus groeit, het fabrieksterrein beslaat inmiddels een viervoud van wat het na de nieuwbouw in 1956 was, en in het voorjaar van 1970 volgt een verdere belangrijke uitbreiding: Batavus neemt de al eerder gefuseerde fabrieken van Phoenix-Fongers-Germaan (PFG) in Groningen over, met zo'n 60.000 fietsen een grote speler op de Nederlandse markt. PFG-directeur Koekenbier: "We hebben de slag verloren omdat we financieel minder sterk stonden dan Batavus, dat onder andere heeft geprofiteerd van het feit dat het meerderheidspakket aandelen in handen is gekomen van Anker Kolen NV."

 

Batavus-fabriek, folder 1969

Batavus-fabriek (uit de folder van 1969)

 

Batavus is daarmee de enige overgebleven fietsfabriek van formaat in Noord-Nederland en heeft binnen één jaar vier grote merknamen verworven. Ook bij de bromfietsen gaat het in die tijd voorspoedig, er is in binnen- en buitenland veel vraag naar de lichte Batavus-bromfietsen. De nieuwe combinatie wordt geïntegreerd onder de naam Batavus Intercycle B.V. en is vanaf dat moment samen met Gazelle, dat in 1968 de combinatie Juncker-Simplex-Locomotief had overgenomen, de grootste speler op de Nederlandse markt. Dat is vandaag overigens nog steeds zo.

Hans Aussen en Gerrit Gaastra, ca. 1970

Importeur Hans Aussen (links) en Gerrit Gaastra (rechts),
ca. 1970 (Foto: verzameling H.J. Aussen)

 

     De ontwikkelingen zijn daarmee echter nog niet aan een einde gekomen. In januari 1971 maakt de Anker-groep bekend dat het meerderheidsbelang in Batavus zal worden doorverkocht aan het Belgische mijnbouwbedrijf Laura en Vereeniging, dat bezig is zijn kapitaal over andere bedrijfstakken te spreiden.

     Op 1 oktober 1973 treedt Gerrit Gaastra om leeftijdsredenen af als algemeen directeur van Batavus Intercycle. Met hem verlaat een ondernemer pur sang het bedrijf, die in 45 jaar veel heeft bereikt. Hij wordt niet opgevolgd door zijn zoon, de 33-jarige adjunct-directeur Andries Gaastra, maar door G.F. van der Want.

     Andries Gaastra jr. heeft plannen om op termijn zelfstandig ondernemer te worden maar blijft nog even als commercieel directeur werkzaam. Per 1 januari 1975 stapt hij uit het bedrijf en richt hij in Heerenveen Koga Trading BV op, een handelsmaatschappij die Japanse onderdelen en accessoires voor lichtgewichtfietsen importeert. Het is het begin van Shimano in Nederland, en later komt er Koga Miyata uit voort (met de "Ko" van Gaastra's vrouw Marion Kowallik, de "Ga" van Andries Gaastra en het Japanse bedrijf Miyata als leverancier van de fietsframes). Tevens is dit het einde van de verbintenis van de naam Gaastra met Batavus.

 

Batavus-fietsmuseum

Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van Batavus opent Gerrit Gaastra in 1964 in Oudeschoot het eerste fietsmuseum van Nederland. Zijn collectie bestaat voor een belangrijk deel uit stukken die hij van de bekende oud-sportjournalist en publicist George Hogenkamp heeft overgenomen, maar hij breidt zijn collectie ook verder uit. In 1982 wordt de hele collectie echter verkocht aan Shimano en komt deze in het nieuwe hoofdkantoor van Shimano in Sakai City (Japan) te staan.

 

Per trimfiets naar het faillissement

De jaren zeventig staan wat fietsen betreft in het teken van de zogenaamde trimfiets: sportieve fietsen met derailleurversnelling waarmee 's avonds en in het weekend voor sport en gezondheid wordt getraind. Batavus, dat al sinds 1963 wielerploegen sponsort, is met dit type fietsen zeer begaan en succesvol.

Batavus-folder 1975De verkoopcijfers van fietsen in Nederland stijgen in de loop van de jaren zeventig van zo'n 650.000 naar 1,1 miljoen per jaar, met in 1980 een uitschieter van 1,4 miljoen stuks. De aanschaf van trimfietsen als een tweede fiets heeft daar veel mee te maken. In 1980 en 1981 zijn de nieuwe fietsen niet aan te slepen en kampen de fietsenmakers met maandenlange wachttijden. Batavus produceert in 1980 zo'n 300.000 fietsen waarvan bijna 100.000 trim- en racefietsen en ziet de toekomst optimistisch tegemoet. Er worden grote investeringen gedaan om de capaciteit uit te breiden naar 375.000 fietsen, terwijl de concurrenten het iets voorzichtiger aandoen. Met 750 mensen is het personeelsbestand van Batavus op een historisch hoogtepunt.

     Maar tussen 1982 en 1984 daalt de fietsenverkoop door verzadigingsverschijnselen weer naar een kleine miljoen per jaar. De branche heeft last van overcapaciteiten en dat drukt op de prijzen. In 1982 worden bij Batavus al 125 mensen ontslagen en schrijft men rode cijfers. Met de bromfietsen is al jaren steeds minder te verdienen, zodat Batavus er in 1984 mee stopt. De dalende lijn zet zich voort en Batavus moet surseance van betaling aanvragen. Er volgt nog een reorganisatieplan met een ontslagronde, maar in 1986 is het zo ver: Batavus is failliet.

Succesvolle doorstart

Vrijwel meteen na het faillissement wordt Batavus overgenomen door de Nederlandse gasfornuizenfabrikant Atag, met steun van de NOM (Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij), een overheidsinstelling die een 49%-aandeel neemt. Met een gestort kapitaal van 9 miljoen gulden en met 200 van de 356 overgebleven werknemers gaat Batavus in afgeslankte vorm verder. En met succes. Al in het daaropvolgende jaar kan de NOM weer worden uitgekocht, en de verkopen vertonen een stijgende lijn. Atag koopt in de loop der jaren andere fietsfabrieken erbij en als de fietsdivisie van Atag in 1998 wordt verzelfstandigd onder de naam Accell, is het een van de grootste fietsproducenten van Europa met zeer capabele mensen in de leiding.

Samenvatting

Batavus is geen fietsfabriek van grote tradities zoals Gazelle. Hoewel het bedrijf in 2004 het 100-jarige bestaan viert, speelt het eigenlijk pas sinds de jaren vijftig een wezenlijke rol in de Nederlandse rijwielbranche. Dat is misschien de reden waarom Batavus tegenover de grote concurrent Gazelle tegenwoordig het voordeel van een minder conservatief imago heeft.

     De belangrijkste periode in de geschiedenis van Batavus is - naast de zo succesvolle doorstart in 1986 - de tijd rond 1970 toen het bedrijf met Gerrit Gaastra aan de top een stormachtige ontwikkeling doormaakte. Zijn naam is onlosmakelijk met het succesverhaal van Batavus verbonden: onder Gaastra's leiding groeide de fietsproductie vanaf de naoorlogse hausse tot 1973 van ca. 10.000 tot 200.000 stuks, ging het marktaandeel van enkele procenten naar ruim 20 % omhoog, verwierf Batavus vijf merknamen en ontwikkelde zich het bedrijf tot een van de belangrijkste bromfietsproducenten van Nederland. Geen enkele andere fietsenfabriek was in deze periode zo succesvol. Gaastra was actief betrokken bij de ontwikkeling van de succesvolle Batavus-tweewielers uit de jaren vijftig en zestig, en hij was in 1969 vooruitziend genoeg om zijn familiebedrijf op het juiste moment aan een kapitaalkrachtige moedermaatschappij te verbinden waardoor de top onder de Nederlandse fietsproducenten werd bereikt.

 

 

Framenummers
 

Batavus hield door de jaren heen een heel warrig systeem van framenummers op na. De framenummers van kort voor en kort na de oorlog zijn 5 cijfers lang, na de oorlog komen ook nummers met een letter erbij voor. In de jaren vijftig en zestig nummerde Batavus de toerfietsen doorlopend met 6-cijferige nummers tot ca. 205.000 in 1967. Sportfietsen hadden framenummers met 1 letter en 4 of 5 cijfers. In 1968 begon Batavus met nummers waarbij het eerste cijfer op het bouwjaar slaat (b.v. 6..... = 1976). Dit bleef tot 1984 zo.

 

 

Heeft u zelf een oude Batavus-fiets? Geef hem dan op voor de fietsendatabank! Hoe u dat doet leest u hier.

 

 

 

Copyright by Herbert Kuner, © 2004 ...
All rights reserved.

terug

Last update: 13-10-2006