home

 
Navigatie

 



Geschiedenis

1892: Willem Kölling, postkantoorbeheerder te Dieren, neemt ontslag en begint een handel in fietsen door 1 fiets uit Engeland te bestellen. Zijn handel breidt zich snel uit. Kölling zoekt samenwerking met de Dierense ijzer-, kachel- en haardenspecialist Rudolf Arentsen. Zij richten in datzelfde jaar nog de firma Arentsen en Kölling op.

1902: Arentsen en Kölling kopen op de plaats van de huidige fabriek een bestaand bedrijfsgebouw en beginnen hier met de productie van fietsen. In hetzelfde jaar komt het eerste complete rijwiel onder de naam Gazelle op de markt.

1903: Gazelle lanceert zijn eerste motorfiets, die echter niet zelf gefabriceerd is.

1905: Ondanks de goede gang van zaken trekt Arentsen zich uit het bedrijf terug. Arentsen's plaats wordt ingenomen door Hendrik Kölling, een broer van Willem.

Gazelle-fabriek (1927)

Gazelle-fabriek (foto: ORA, 1927)

 

1912: Met de grote uitbreiding van het oorspronkelijke pand en de moderne "speciaal-machines" kunnen de eigen fietsproductieplannen volledig worden gerealiseerd. Men specialiseert zich nu geheel in de bouw van complete fietsen, terwijl daarnaast de grossierderij tot bloei komt.

1915: De fima wordt door de Köllings en hun neef Jan Breukink omgezet in "N.V. Gazelle Rijwielfabriek v/h Arentsen en Kölling".

De volgende 25 jaar worden gekenmerkt door een sterke groei van het bedrijf. Niet alleen de verkoop van fietsen in Nederland maar ook de export naar Nederlands Oost-Indië dragt hiertoe bij. Naast "gewone" fietsen worden o.a. ook gemotoriseerde tweewielers, transportfietsen en driewielers voor uiteenlopende branches geproduceerd. Gazelle is in die tijd al een van de vooraanstaande Nederlandse fietsfabrieken.

 

tekst

Op 10 september 1927 viert Gazelle groots het 35-jarig bestaan van het bedrijf, en in de dagen daarna worden de honderden 
Gazelle-dealers uit het hele land naar de fabriek uitgenodigd. Eigenlijk had dat al 10 jaar eerder moeten gebeuren, toen 
Gazelle 25 jaar bestond, maar door de oorlogsomstandigheden werd daar in 1917 van afgezien. Op deze foto zien 
we het voltallige Gazelle-personeel voor de fabriek. (Bron: "De Prins", 29-10-1927)

 

1930 of 1931: Gazelle stelt de modellen 9X en 8V met kruisframe voor.

Gazelle kruisframe

Gazelle kruisframe

1931: Als goedkopere uitvoering verschijnt het merk Invicta in de catalogus van Gazelle. Daarnaast wordt ook de merknaam Gelria ingevoerd.

1934: Gazelle brengt een trommelrem uit eigen productie op de markt en volgt daarmee het voorbeeld van concurrent Simplex. Trommelremmen worden in de komende decennia een kenmerk van de "typisch Nederlandse fiets", en dat geldt in bijzondere mate voor Gazelle-fietsen.

1935: Gazelle brengt de eerste tandem uit, die in de jaren voor de tweede wereldoorlog bijzonder populair is. In het eerste jaar worden meteen al 600 stuks verkocht.

1936: Gazelle brengt het eerste eigen model sportfiets op de markt, omdat deze modellen nu in Nederland opgang beginnen te maken.

1937: Een door Philips ontworpen elektrische fiets met 12 V accumulator wordt door een vijftal bekende Nederlandse rijwielfabrieken vervaardigd. Gazelle is hieronder de belangrijkste en bouwt 117 stuks. Een doorslaand succes wordt het echter niet.

De oorlogsjaren zijn voor Gazelle, evenals voor veel andere Nederlandse bedrijven, niet gelukkig. De meeste machines worden door de bezetter naar Duitsland afgevoerd. De overgebleven machines worden vlak voor de bevrijding door een speciaal "Sprengkommando" onklaar gemaakt. Daarnaast heeft de fabriek Willem Kölling ernstig te lijden van de oorlogshandelingen.

In Augustus 1946 komt de eerste naoorlogse Gazelle op de markt, in 1950 het eerste Gazelle hulpmotor-rijwiel. De bouw van transportfietsen en transportdriewielers wordt voortgezet.

1952: Gazelle herdenkt haar 60-jarige bestaan. Van een personeelsbezetting van 650 arbeiders werken niet minder dan 40 mensen al sinds 40 of meer jaren in het bedrijf!

1954: Gazelle wordt van een familie-vennootschap in een open N.V. omgezet. In het zelfde jaar bouwt Gazelle haar 1 miljoenste fiets.

In de jaren '50 is Gazelle definitief opgestegen tot de eerste plaats onder de Nederlandse fietsfabrikanten, zeker wat de verkochte aantallen betreft. Ook de kwaliteit en degelijkheid van de Gazelle-modellen uit de jaren '50 en '60 steekt boven die van de meeste concurrenten uit.

Gazelle versnellingsnaaf met trommelrem Gazelle-drieversnellingsnaaf: Behalve de nog steeds gefabriceerde eigen trommelremnaven maakt Gazelle in de jaren '50 en '60 ook eigen 3-versnellingsnaven zonder en (meestal) met trommelrem. Deze naaf is tot op heden de enige versnellingsnaaf van Nederlandse makelij. De aanzet voor de ontwikkeling van deze naaf dateert al van eind 1941 (patentaanvraag). Door de oorlog kon Gazelle toen geen Engelse Sturmey-Archer versnellingsnaven meer krijgen, en men wilde zich hiervan onafhankelijk maken. Ook na de oorlog haperde de levering vanuit Engeland, ondermeer door stakingen. Maar het duurde nog tot 1955 voordat de eerste Gazelle-versnellingsnaaf zonder rem daadwerkelijk beschikbaar kwam, drie jaar later gevolgd door de versie met trommelrem.

Speciaal voor het vlakke Nederlandse terrein liggen de overbrengverhoudingen van de Gazelle-versnellingsnaaf iets dichter bij elkaar dan bij de Sturmey-Archer "AW/AB"-naaf. Eind jaren '60 wordt de productie vanwege de kosten gestaakt. Volgens de serienummers zijn op dat moment zo'n 45.000 - 50.000 naven geproduceerd, maar oud-medewerker Wim Schmeits, auteur van het instructieboekje voor de Gazelle-versnellingsnaaf, schat dat het niet meer dan hooguit 1.000 stuks waren. En inderdaad: oude Gazelle-fietsen met deze naaf zijn vele malen zeldzamer dan Gazelles met Sturmey-Archer-versnellingsnaaf.

In 1970 vraagt Gazelle overigens nog octrooi aan op een drieversnellingsnaaf waarbij door terugtrappen geschakeld wordt, net als bij de in 1965 verschenen F&S Duomatic tweeversnellingsnaaf. Deze Gazelle-naaf wordt echter nooit in productie genomen.

1963: Gazelle fuseert begin 1963 met Batavus in Heerenveen. De samenwerking verloopt niet volgens de verwachtingen en wordt na twee jaar weer ontbonden.

1964: Gazelle komt als eerste Nederlandse rijwielfabriek met een eigen model vouwfiets, de Kwikstep. Het opmerkelijke is dat de eerste versie van dit model niet om een vertikale maar om een horizontale as heen vouwt, met het scharnier onder de trapas.

1966: Gazelle neemt opnieuw de productie van tandems ter hand, nu in een moderne, lichte versie. Gelijktijdig wordt de tweemiljoenste fiets gefabriceerd.

1968: Gazelle neemt de fietsmerken Juncker, Simplex en Locomotief over. In hetzelfde jaar begint Gazelle ook met productie en verkoop van Berini-brommers, een voortvloeisel uit een nauw samenwerkingsverband met de Anker Motoren Maatschappij uit Rotterdam.

1971: Al in 1970 wordt duidelijk dat Gazelle - 875 medewerkers, marktaandeel 25 % - net als de andere rijwielfabrieken moet rationaliseren en groeien om verliezen tegen te gaan. Dat vergt hoge inversteringen die door de NV niet opgebracht kunnen worden. Het tien keer grotere Raleigh, dochter van het Engelse concern Tube lnvestment (TI) en grootste fietsfabrikant ter wereld, neemt Gazelle vervolgens over. Wim Breukink blijft lid van de directie. Het bedrijf heet nu Gazelle Rijwielfabriek  B.V.

In de jaren '70 moet Gazelle medewerkers ontslaan en worden alle vestigingen buiten Dieren gesloten. De kwaliteit van de fietsen wordt onder invloed van de veranderde vraag naar beneden bijgesteld. Ook kost het Gazelle aanvankelijk moeite om zich aan de vraag naar moderne sportfietsen met derailleurversnelling ("trimfietsen") aan te passen. Uiteindelijk verlopen al deze omschakelingen succesvol en handhaaft zich Gazelle als grootste Nederlandse fietsenfabriek, maar deelt het deze positie voortaan met het even grote Batavus.

1987: TI verkoopt zijn fietsendivisie met ondermeer Raleigh en Gazelle aan het Amerikaanse Derby Cycles Corporation. Het aantal medewerkers ligt bij 550.

1992: In het jaar van haar honderdjarig bestaan bouwt Gazelle de 8 miljoenste fiets. Het bedrijf mag voortaan het predikaat "koninklijk" voeren.

1999: Begin april bereikt Gazelle opnieuw een mijlpaal in haar geschiedenis: de 10-miljoenste Gazelle-fiets rolt uit de productie. Het bedrijf heeft circa 550 medewerkers in dienst en vervaardigt meer dan 300.000 fietsen per jaar. Anders dan bij veel andere fietsenfabrikanten worden de meeste frames nog steeds zelf gemaakt, al zal het aandeel eigen frames de komende jaren duidelijk teruglopen. 20 % van de productie wordt geëxporteerd naar België en de aangrenzende regio's in Duitsland.

2000: In het assortiment voor 2001 introduceert Gazelle drie opvallende nieuwe modellen: twee volledig geveerde hybridefietsen (anders dan in Nederland worden deze b.v. in Duitsland al jaren veel verkocht), de "Solide" met een verstevigd, extra hoog frame (een kopie van de "Stabilo" die Batavus en Altra al 15 jaar lang aanbieden) en de "Tranza", een zeer geavanceerde vouwfiets met geveerd carbon frame en 7-versnellingsnaaf, die echter in de markt flopt.

2001: Derby Cycles Corporation verkoopt Gazelle aan de Nederlandse investeringsmaatschappij Gilde Buy Out Fund. Gazelle draait uitstekend, maar Derby zit in de financiële problemen. De productie bedraagt 380.000 fietsen per jaar, het marktaandeel van Gazelle ligt bij 30 %.

2003: Gazelle brengt met de "Easy Glider" een zitfiets op de markt (tussenvorm tussen een gewone fiets en een ligfiets). Men volgt daarmee het voorbeeld van de Giant "Easybike".

Gazelle is tot op de dag van vandaag het boegbeeld van de Nederlandse rijwielindustrie. Althans in de beleving van de consument, zoals uit het "European Trusted Brands 2004"-onderzoek blijkt waarin 44 % van de ondervraagden Gazelle als het meest betrouwbare fietsmerk van Nederland noemt. Batavus volgt met 28 % op de tweede plaats. Bij deze goede reputatie teert Gazelle deels nog van de vooraanstaande positie die het bedrijf met name in de jaren '50 en '60 innam, toen men met afstand de grootste producent was en uitstekende, comfortabele kwaliteitsfietsen afleverde.

Gazelle was en is geen vernieuwer, maar het volgt de modelontwikkelingen op de voet en reageert snel met een goede oplossing. Jongste voorbeeld: de in 2008 geïntroduceerde Gazelle "Cabby" - het antwoord van Gazelle op de al enkele jaren heersende mode om kleine kinderen in een kinderbakfiets te vervoeren, maar dan niet in de gebruikelijke versie met onhandige houten bak, maar licht en opvouwbaar.

Wat slagvaardigheid, publiciteit en commercieel succes betreft is Gazelle in de laatste jaren ingehaald door Batavus, dat als dochteronderneming van fietsconcern Accell uitstekend presteert. Qua productie staan beide merken binnen Nederland op ongeveer gelijke voet aan de top.

 

opvouwbare Gazelle bakfiets

Opvouwbare Gazelle-driewieler (jaren '30) met in elkaar te klappen bak en vouwbaar onderstel, met rechts 
daarnaast de moderne opvolger: de tweewielige Gazelle "Cabby" uit 2008 met opvouwbare en uitneembare bak.

 

Framenummers

Gazelle fietsen te dateren is niet erg moeilijk. Er bestaat een uit de archieven van Gazelle afkomstige lijst aan de hand waarvan voor elk framenummer tussen 1916 en 1950 het bijbehorende bouwjaar te bepalen is.

     Gazelle hanteerde deze oplopende nummerserie tot ongeveer nummer 3.200.000 in 1974. Een formule voor het berekenen van de leeftijd van een Gazelle-fiets tussen 1950 en 1974 vindt u
hier.

     Tussen 1974 en 1981 gebruikte Gazelle een gecodeerde serie uit twee letters (waarvan de eerste een G) en daarachter maximaal zes cijfers. Het eerste cijfer komt daarbij overeen met het laatste cijfer van het bouwjaar. Sinds 1981 hebben Gazelle fietsen framenummers bestaande uit zeven cijfers waarvan het éérste cijfer op het bouwjaar slaat.

 

Meer over Gazelle:

 

 

Heeft u zelf een oude Gazelle-fiets? Geef hem dan op voor de fietsendatabank! Hoe u dat doet leest u hier.

 

 

 

Copyright by Herbert Kuner, © 2000 ...
All rights reserved.

terug

Last update: 12-07-2008